Onze adventsweg loopt ten einde. Resoluut gekeerd naar de opkomende zon, hebben wij over het Woord gemediteerd. Wij hebben geluisterd naar Johannes de Doper, Zacharias, Maria en Jozef. Ons hart is waakzaam gebleven, en kijk hier staan wij op de drempel van het Mysterie: God vervult zijn Belofte en openbaart zijn tederheid aan ieder mens.
Laten wij, enkele uren voor Kerstmis, de tijd nemen onze trouw aan God te uiten, “ja” te zeggen aan zijn komst. Laten wij, de hele dag door, trouw blijven wachten. Het is niet meer het moment om koortsachtig te handelen. Laten wij ophouden ons zorgen te maken en laten wij ons overgeven aan de Heer: moge Hij in ons leven de volheid van zijn liefde verspreiden. Hij is het mooiste en kostbaarste geschenk van God.
Kerstnacht-24 december:
“Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voedselbak ligt.” Lucas 2,12
In de kerstnacht vieren wij “een heugelijke gebeurtenis”, een geboorte. Niet zomaar een geboorte. De pasgeborene vertedert ons en zegt ons alles over God die voor ons mens is geworden.
In de stilte van een grot, ver van alle machtigen, straalt een Kind het hemels Licht uit over de aarde. Het is tijd voor verwondering, tijd voor aanbidding. Deze nacht is een Redder geboren. Laten wij zwijgen, laten wij knielen, laten wij de Zoon van God aanschouwen. Moge deze prachtige openbaring die we nu in de eenvoudige kribbe te zien krijgen, steeds feller in ons leven van gedoopte en in ons hart schitteren! Moge Hij ons altijd waakzaam houden in het gebed, en vol van vreugde. Daartoe worden ook wij als gedoopten telkens opnieuw opgeroepen.
Kerstdag-25 december:
“Het woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond en wij hebben zijn grootheid gezien.” Johannes 1,14
Deze onsterfelijke woorden van Johannes’ proloog moeten we zingen en lang in onze harten laten weerklinken. Ze zijn wel sober, maar hebben een andere klank dan de tedere verhalen van Matteüs en Lucas, en toch openbaren ze ons een zeer mooie boodschap van leven. Ja, sinds altijd, van bij het begin tot nu, openbaart God zich door de mens toe te spreken. Hij laat zich kennen door de mens gunstig te zijn zowel in woorden als in daden. Het verbond dat Hij met de mensheid sluit, drukt zich uit in concrete tekens: tegenover het Woord van bevrijding, van heil staan reddende handelingen. God stelt nooit tevreden met ijle woorden: Hij doet wat Hij zegt. En wat Hij belooft, geschiedt.
Zo vervult zich met Kerstmis de belofte van de Messias, de geboorte van Immanuel. Het Woord is vlees geworden. God is Kind geworden. “Hij, de Schepper van het universum, vernedert zich tot onze kleinheid.” (Paus Franciscus). Voor altijd, is Hij onder ons. “God heeft met ons alles willen delen om ons nooit alleen te laten.” (Paus Franciscus zaliger)
Feest van de H. Familie, Jezus, Maria en Jozef-28 december:
Paus Franciscus zaliger verwoordde het in zijn Angelus op 27 december 2020 zo: “Moge de Maagd Maria (…) voor de gezinnen van de hele wereld verkrijgen dat zij steeds meer begeesterd worden door het evangelisch ideaal van de Heilige Familie, om gist te worden van een nieuwe mensheid en van een concrete en universele solidariteit.
En hij vervolgde nog met deze wijsheid: de 3 sleutelwoorden om met het gezin in vrede en vreugde te leven: “alsjeblief”, “dank je” en “excuseer”… Laten we ons die drie woorden herinneren, herhalen we ze allen samen: “alsjeblief”, “dank je” en “excuseer”…
Feest H. Maria, Moeder Gods-1 januari 2026:
Samen met Maria, de gezegende, Moeder Gods en onze Moeder, beginnen we het nieuwe jaar met een zegenbede. Zegenen wij allen die wij liefhebben en alle anderen met de woorden die eeuwen getrotseerd hebben:
“Moge de Heer u zegenen en bewaren! Moge de Heer over u zijn aangezicht laten stralen! Moge de Heer zijn aangezicht naar u keren en u vrede schenken!”
Feest van de Openbaring (Driekoningen) – 4 januari 2026:
“Wij hebben namelijk zijn ster gezien en zijn gekomen om Hem eer te bewijzen” Mt. 2,2
Zijn ook wij wijzen ?
Wijzen die van het uiteinde van de wereld kwamen, hebben de ster die wonderen aangekondigde gevolgd. Op het einde van hun lange reis hebben ze onthutst en voldaan het gelaat van God herkend in het Kind van de kribbe.
Geknield voor het kleine kind hebben zij in stilte de rijkste schatten van het Oosten neergelegd: goud voor de Prins van de vrede! Wierook voor de Redder! Mirre voor de Dienaar!
En wij, magiërs van deze tijd?
Met onze uiteenlopende oorsprong, leeftijd, kleuren en talenten, welke ster zijn wij bereid te volgen? Welke wijzigingen van richting durven wij nemen? Wat hebben wij Jezus te bieden ? Welke blikken, welke gebaren, welke houdingen, welke woorden gebruiken wij om Hem in ons leven te verwelkomen, telkens opnieuw? Met welke balsem, met welke gebeden danken wij onze Koning?
(Uit “Op weg naar Kerstmis van Michèle Clavier)