Op 26 september 2024 startte het derde ‘werkjaar’ van de leesgroep van de parochie H. Drie-eenheid in Maldegem. Wie het wenst kan op de onderstaande terugblik en voorbeschouwing reageren: schriftelijk via info@kerkinmaldegem.be of door leesgroepbegeleider Albert Verleyen aan te spreken (persoonlijk of telefonisch +32 (0)472/49.16.03). Hij zal jouw op- en aanmerkingen met de leesgroepleden delen. En wie weet, misschien maak je binnenkort zelf deel uit van de leesgroep?
Terugblik en voorbeschouwing 6
‘”LAUDATO SI’, mi’ Signore” – “Geprezen zijt Gij, mijn Heer”, zong de heilige
Franciscus van Assisi. In dit prachtig loflied maakt hij er ons op attent dat
ons gemeenschappelijk huis als een zuster is met wie we ons leven delen.’
Paus FRANCISCUS – Encycliek Laudato Si’
Op maandag 27 januari begonnen we met een stukje uit Geworteld in verbinding: een ecologische theologie voor de toekomst (2024) van de protestantse theologe Kelly Keasberry. ‘Gebrokenheid, ‘ schrijft ze, ‘vormt niet alleen de kern van de ecologische crisis, maar ook van het lijden en de conflicten die overal om ons heen plaatsvinden. Dat is “hamartia” in een notendop: wij allen dolen rond zonder ons ware doel te kennen. Verlossing is dan ook een rode draad die door de hele Bijbel heen geweven is’ (blz. 48-49). Ze verwijst naar Paulus’ Romeinenbrief: ‘Hoewel ik het goede wil, doe ik het niet. In plaats daarvan doe ik het slechte, terwijl ik dat juist niet wil. Als ik doe wat ik niet wil, doe ik dat eigenlijk niet zelf, maar is het de zonde in mij’ (ibidem).
Over die gebrokenheid heeft ook paus Franciscus het. Hij spreekt van de al meteen na de schepping uiteengevallen harmonie, door toedoen van de mens. En dit, terwijl de schepping in haar totaliteit en in elk detail meteen al een ‘teder’ gebaar was van de Schepper of de Vader (nr. 77). Tegen die achtergrond ziet de paus het universum als een systeem van ontelbare relaties. De Bijbel spreekt van de gebroken relatie van de mens met God, met zijn ‘naaste’ en met de aarde (nr. 66). In de figuur van Jezus Christus werd de mens fundamenteel van de zonde verlost en geschiedde heil of ‘heel-making’.
In dit kader dacht de groep na over schuld- en zondebesef. Uit het gesprek bleek hoe moeilijk die termen liggen. Iemand beklemtoonde vooral de ‘betrekkelijkheid’ van goedheid en slechtheid. Een ander liet optekenen dat het bij de Joodse Wet om meer gaat dan het onderhouden van regeltjes. Integendeel, dat normensysteem geldt als een hulpmiddel voor het bevorderen van een oprechte levenshouding, een levensstijl.
Hoever behoort het aspect ecologie in die zin daadwerkelijk tot onze levensstijl, vroegen we ons af. Jawel, er moet op de eerste plaats structureel worden gedacht, ontegensprekelijk. De paus laat trouwens niet na diegenen te danken die bijdroegen tot de klimatologische bewustmaking en het zoeken naar oplossingen in de afgelopen decennia. Maar welke zin heeft een bijeenkomst als deze, merkte iemand op, hier, in het volle comfort van een warme Maldegemse pastorie, als onze gesprekken ook niet resulteren in een effectief handelen? Daarom besloot de groep tegen de slotbijeenkomst van dit werkjaar, in mei, uit te zoeken hoe we ecologisch iets concreets kunnen aanpakken in ons persoonlijk leven en binnen de context van de parochie.
Dezelfde vraag naar concretisering stelt zich, aldus de paus, in verband met de onlosmakelijke band tussen het ecologische en de plaats van de armen onder ons (een ecologisch-sociale relatie waar ook Eva Smets het in haar donuteconomie-Kantelen! over had). ‘Ik wil opmerken dat er vaak geen duidelijk besef is van de problemen die vooral de uitgestotenen treffen’, benadrukt paus Franciscus. Hij wijdt het aan een te grote afstand tot de concrete arme, een gebrek aan fysisch contact en het ontbreken van een echte ontmoeting. Westerse media en ecologische drukkingsgroepen hebben de mond vol van groene thema’s, zegt de paus, maar feitelijk beschouwen die de arme als een bijzaak, ‘collateral damage’, zonder oog voor het concrete leed van die mensen (nr. 49).
Verder heerst er een groot, bijna blind vertrouwen in de politiek, economie, wetenschap en technologie. Maar zijn de definitieve oplossingen daar te zoeken, zoals de financieel-economische machtsgroepen beweren? Het is al lang duidelijk dat alleen op die manier problemen oplossen, vooral zorgt voor nieuwe problemen, niet het minst dat van de ongelijkheid tussen de mensen.
Sommigen verwerpen in die context het idee van een Schepper of vinden dat onderwerp irrelevant. Maar is het niet zo dat de rijkdom van religies bijdraagt tot de integrale benadering van de ecologische problematiek, de algehele ontwikkeling van de (menselijke) mensheid zelfs?
En wat met de unieke plaats van de mens in de schepping? Is de mens werkelijk maar een zoogdier onder de zoogdieren, weliswaar een veredeld zoogdier, zoals we tegenwoordig vaak horen? ‘Soms bemerken we een obsessie om de bevoorrechte positie van de mens te ontkennen’, schrijft de paus (nr. 90). En zelfs al was de mens maar ‘een zoogdier’, vroeg de groep zich af, kon een imaginaire God niet helpen om die mens op het rechte pad te houden? De paus schrijft immers: ‘De beste manier om de mens op zijn plaats te zetten en een einde te maken aan zijn pretentie van absolute heerser over de aarde, is de figuur van de Vader, de schepper en enige Heer van de wereld, voor ogen te houden. Anders zal de mens altijd geneigd zijn om zijn eigen wetten en belangen op te dringen’ (nr. 75).
Toch gaat het in het joods-christelijke verhaal om iets anders, iets meer: een liefdesverhaal van God met de mens, binnen de kosmos. ‘Ieder van ons is gewild, eenieder is geliefd, eenieder is nodig’ (nr. 65). Hoezeer zijn wij, leden van de leesgroep, bewust of onbewust, nog het product van dit soort overgeleverde inspiratie, vroegen we ons af? Durven we nog in te zetten op zo’n liefdevolle God achter en in de schepping, of vertrouwen we uitsluitend op de eigen mogelijkheden, krachten en macht van de mens? We hebben aldus de paus, duidelijk een roeping, niet als ‘heerser’ of ‘uitbuiter’, maar als tuinman die de tuin, ons ‘gemeenschappelijke huis’, vol liefde voor zijn vak zorgzaam op orde moet (of mag) houden, in het teken van het bewaren van de harmonie à la Sint-Franciscus van Assisi en niet volgens het splijtende geweldmodel.
Op maandag 24 februari a.s. gaan we verder met hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 van Laudato Si’ of ‘De menselijke oorzaak van de ecologische crisis’ (blz. 69-91) en ‘Een integrale ecologie’ (blz. 93-108).