Wanneer ik zeg dat in onze samenleving alles steeds sneller moet gaan, vertel ik eigenlijk niets nieuws. Wanneer ik zeg dat heel wat mensen verlangen naar momenten van rust en stilte, trap ik een open deur in. Ondanks het feit dat we ons goed bewust zijn van wat er rondom ons gebeurt, blijft het dikwijls de vraag hoe wij als parochiegemeenschap zoekende mensen kunnen helpen op hun zoektocht naar momenten en plaatsen om even te herbronnen. Open kerken en kapellen zijn een mooie eerste stap, maar ook de momenten waarop we als gelovigen samenkomen om te bidden en te zingen kunnen het hart van mensen raken. Niet alleen de wekelijkse eucharistie, maar ook andere momenten van gebed en aanbidding hebben een waardevolle plaats en verdienen het om herontdekt te worden. Het zijn kostbare momenten die niet uitsluitend bedoeld zijn voor zoekende mensen. Integendeel, ze kunnen iets betekenen voor onze hele geloofsgemeenschap!
Als alles duister is
Zelf werd ik de voorbije dagen diep geraakt door een moment van aanbidding in één van de kerken van ons dekenaat. In een halfduistere en nagenoeg lege kerk werden momenten van stilte afgewisseld met enkele liederen. Plots hoorde ik de koster het volgende Taizé-refrein zingen: «Niets zal je deren, niets je benauwen, als je God zoekt zal niets ontbreken. Niets zal je deren, niets je benauwen, God vervult alles». De woorden grepen mij naar de keel. In twee korte zinnetjes klinkt zoveel vertrouwen, zoveel hoop ook dat we zelfs in de moeilijke momenten van het leven niet alleen zijn, want God is bij ons met zijn beschermende hand en liefde. Het is een wondermooie boodschap die ik diep in mijn hart wilde laten landen. Tot er plots een nogal kritisch stemmetje in mijn hoofd klonk dat me vertelde dat die boodschap toch ontzettend naïef is. Hoe kan je zeggen dat niets je zal deren als er oorlog woedt? Hoe kan je zeggen dat niets je zal benauwen, terwijl je geconfronteerd wordt met de pijnlijke realiteit van lijden en dood? Vroeg of laat heeft iedereen wel eens af te rekenen met dit stemmetje dat ons geloof in Gods liefde in twijfel probeert te trekken. Een stemmetje dat alleen maar luider gaat klinken door tal van gebeurtenissen die ons pijn doen of door elkaar schudden. Soms lijkt het alsof we helemaal alleen staan met onze zorgen en onze onzekerheid. Alles lijkt plots zo duister en het wordt bijzonder moeilijk om de tekens van Gods liefde nog te herkennen. In het duister komen velen tot de conclusie dat het geen zin heeft om te geloven, want als God al bestaat, dan luistert Hij toch niet. Deze dagen van de advent nodigen ons uit om niet al te vlug toe te geven aan deze donkere gedachten. Het groeiende licht van de adventskaarsen toont ons dat God niet bang is voor het donker van onze wereld. Hij komt naar ons toe en wil ons nieuwe hoop geven. De advent leert ons opnieuw de kunst van het wachten en biedt ons de kans om God geduldig te blijven zoeken.
God vervult alles
In het Taizé-refrein klinkt de gelovige overtuiging dat het al wie God zoeken aan niets zal ontbreken. Misschien is het een mooie oefening voor ieder van ons in deze adventsperiode, een oefening om ondanks alle twijfels God met een oprecht hart te blijven zoeken. God laat zich vinden, maar de ervaring leert dat dit soms op de meest onverwachte plaatsen kan zijn. Zelfs een povere stal in Betlehem bleek al voldoende om aan de hele wereld te laten zien hoe dicht God bij ons wil zijn. Waarom zou God vandaag dan geen plaatsen meer kunnen vinden om ons te laten weten dat Hij er voor ons is? Als we dit geloof in ons hart kunnen bewaren zal niets ons deren, niets ons benauwen, omdat we erop durven vertrouwen dat God uiteindelijk alles vervult met zijn liefde.
Pr. Mathias