Zondag 23 april kregen de kandidaat-vormelingen hun kruisje. Hiermee zetten ze een belangrijke stap naar hun vormsel. Voor een christen is het kruis een heel bijzonder teken, met een dubbele betekenis. De twee balkjes van het kruis verwijzen er elk naar. Een horizontale balk: we zijn verbonden met mens en wereld, met vreugde en verdriet, recht en onrecht dat gebeurt, met Jezus die op een kruis gestorven is. En een verticale balk: we denken er ook aan dat God ons nooit vergeten zal, dat God met ons is in droefheid en lijden. Die twee balkjes: het menselijke en de goddelijke ‘kruisen’ elkaar op een kruispunt. Ze horen samen. Haal je de twee balkjes uit elkaar, dan heb je geen kruis meer… Het midden van een kruis is het kruispunt. Wie op een kruispunt komt moet kiezen: welke weg sla ik in? Ook de jongeren die over enkele weken gevormd worden zullen in hun leven soms moeilijke keuzes moeten maken. Moge de Goddelijke Geest hen op elk kruispunt de goede richting wijzen.
Ook de eerste communicanten vierden mee.
Zo leerden ze weer iets bij over wat christenen elke zondag in de kerk komen doen: brood breken en delen om Jezus’ leven niet te vergeten. Het opdrachtje dat ze maakten terwijl de grote mensen in de kerk luisterden naar het evangelieverhaal over de (on)gelovige Thomas en naar de homilie ging daarover. De eerste communicanten mogen nu nog niet helemaal meedoen in de mis, maar ze zorgden er wel voor dat de maaltijd kon doorgaan: ze brachten wijn, water en brood aan, ook bloemen en kaarsjes die alles nog feestelijker maakten.