‘Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden?’ Met deze vraag begint in Joodse gezinnen het ritueel van de maaltijd op de avond van Pesach, het Joodse paasfeest.
Dezelfde vraag stelde een van de kandidaat-vormelingen bij het begin van de paaswake op 20 april in onze kerk.
Het waren inderdaad de kandidaat-vormelingen van onze parochie die in grote mate deze viering ‘gedragen’ hebben.
In de donkere kerk gingen ze mee met priester Jan naar de plaats waar aan het nieuwe vuur de nieuwe paaskaars werd aangestoken. Dat vuur gaven ze door aan de aanwezigen.
Als de klokken begonnen te luiden klingelde een van de jongeren met het belletje.
Wat later goot een andere water in de doopvont, waarna de voorganger tot driemaal toe de paaskaars erin dompelde. Met dit gezegend water worden de komende tijd de kinderen in onze kerk gedoopt.
Samen hernieuwden we de geloften van ons doopsel.
En na de viering waren er uiteraard paaseitjes, uitgedeeld door de jongeren.
Deze paaswake was een viering ‘waar we echt iets aan hadden’, zeker mede dank zij de zang van voorganger Jan en het dubbelkoor van Hulshout en Westmeerbeek. En natuurlijk waren ook nu weer het altaar en de paaskaars weelderig mooi versierd.