Het was een Go(e)de start, op zaterdag 18 september in en rond onze kerk. De Troost- en Startviering begon met beelden die de ellende van anderhalf jaar corona in herinnering brachten. Niet om het nog lastiger te maken dan het al was, maar om met zorgzame handen elkaar te dragen en te troosten. We hebben er samen gebeden, om kracht van boven, om vertrouwen in toekomst. Want alleen zó konden we vruchtbaar verder gaan.
Met respect en medeleven luisterden we naar getuigenissen over wat anderen doormaakten en noteerden intussen onze eigen beleving van deze donkere tijd. We zongen, opnieuw en opnieuw en opnieuw
‘Draag mij, God, in barmhartigheid,
til mij op uit al mijn kleinheid;
koester mij in barmhartigheid;
Vader-Moeder, God met ons’
Al onze blaadjes met intenties brachten we samen en legden ze in Gods barmhartige handen. Daarna deden we iets geks; we vierden eucharistie(=danken). Ja, dat doen christenen: danken nog voor het nieuwe zichtbaar wordt, vanuit vertrouwen in Gods Lévenwekkend Woord.
We gingen naar buiten, niet omdat de viering ten einde was, maar om buiten op de kerkweide verder te vieren. Daar brandde vuur waarin onze intenties opbrandden tot vruchtbare as, als graan dat brood wordt maar eerst sterven moet. Intussen plantten we bloembollen, vele krokussen en narcissen, die in de lente honderduit zullen bloeien.
En de avondzon, die bleef maar schijnen toen we elkaar, bij een sprankelend wijntje, een Go(e)de start wensten.