Bij wat opzoekingswerk in voorbereiding op dit artikel las ik in het boek ‘spiritualiteit als levenskunst’ van monnik Benoit Standaert: “Vasten is tegenwoordig een van de meest vergeten praktijken uit het arsenaal van goede instrumenten voor een geestelijk bevrijd leven…" En verder: “Vandaag zijn het vooral de moslims in ons midden die er ons op attent maken dat een maand lang vasten in wereldwijde verbondenheid, de Ramadan: vreugde betekent.” Ik wil even het beeld dat wij - misschien onbewust - nog meedragen uit onze kindertijd van “veertig dagen onze snoepjes in een doos stoppen om ze dan met Pasen allemaal op te eten” laten voor wat het was. En ik wil, met onze pelgrimstocht van 2003 naar Compostella in herinnering, zoeken wat die vasten kan betekenen als een pelgrimstocht op weg naar hoop.
De eerste stap is willen op tocht gaan. Willen wij deze tijd gebruiken om nieuwe inzichten te ontdekken, inspanningen te leveren, te groeien? Daarvoor hebben we alvast wat - beperkte - bagage nodig: een rugzak, gevuld met het woord van God dat hoe dan ook onze tochtgenoot zal zijn. Een stevige reisstok kregen we op Aswoensdag: het assenkruis staat op ons voorhoofd gegrift… Gedenk, o mens! Buen camino, een goede tocht!: de vredeswens die de pelgrims bij elke ontmoeting op de camino naar Compostella elkaar toewensen! We zijn klaar om te vertrekken, maar welke weg slaan we in?
Lees het antwoord op deze vraag en volg de pelgrim verder in Kerk en leven nr. 10/2025.