Vorig weekend vierden wij met de vrijwilligers van onze pastorale eenheid in dankbaarheid ons samen op weg gaan. Wij zijn eigenlijk een ietwat rare groep van geroepenen die wat tegen de gang van zaken ingaan. Net zoals Jezus zetten wij het denken van de samenleving op zijn kop. In tegenstelling van ‘wie doet er nu nog iets voor niets’ zetten wij ons vrijwillig in, gratis, belangeloos en voor niets.
Zij trekken zich iets aan in een tijd waarin men vaak zegt :”Waar dat gij u mee bezighoudt!”
In plaats van kritiek te geven op van alles en nog wat, doen zij iets om te werken aan verbetering.
En waarom doen wij het? Omdat we de mensen graag zien, warmte willen zijn voor anderen in een kouder wordende samenleving. Dat is voor ons een antwoord van zaligheid toewensen en bereiden voor onze medemens.
Waar met vrijwilligers wordt gewerkt is er altijd een eigen dynamiek, een eigen sfeer. Toen ik nadacht over zovele vrijwilligers kwam ik tot de volgende samenvatting :
Vrijwilligers hebben altijd tijd, ze maken tijd. Dit is het antwoord op wat ik vaak hoor :”Ik zou wel willen, maar ik heb daar geen tijd voor”. Vrijwilligers antwoorden zo vaak ‘ja’ en ‘Ik ga zien wat ik kan doen’. Het is je eigen tijd weggeven om er te zijn voor anderen. Me-time ontbreekt vaak in hun agenda.
Vrijwilligers weten altijd raad. Wanneer je iets bedenkt vinden zij direct actieplannen. Wanneer een klus moet gebeuren kennen zij wel altijd iemand aan wie ze iets mogen vragen. Zij hebben zoveel kennissen. Zij hebben kennissen met camionettes, met aanhangwagens, met vindingrijkheid om aan een klein prijsje iets te realiseren.
Vrijwilligers zijn altijd creatief: zij kunnen met eenvoudig bloempje, met ‘en twat van niet’ een geschenkje maken. Ze zoeken naar een gepast kaartje of gaan gewoon met een bezoekje mensen opkrikken. Want zo zeggen zij terecht: ”’t Is de geste die telt !”
Vrijwilligers kijken op geen uur. Zo vaak hoor ik zeggen: ze gaan thuis weer zeggen dat ik weerom vergeten ben hoe laat het is. Ja, als je niet betaald wordt in euro’s worden geen uren geteld. Het is gratis, belangeloos en voor niets werken…
Vrijwilligers vind je zo vaak bereid om handen vuil te maken. Je vindt ze aan de afwas, bij het opruimen van de zaal, bij het wegdoen van vuilniszakken en de glasscherven die vaak blijven staan. Ik vergeet nooit het beeld van een zuster die bij de bedevaart naar Banneux elk avond de toiletten aan schuren was…
Vrijwilligers zijn slechte spaarders, want ze doen zoveel voor niets... geen kilometers aanrekenen en zo vaak betalen zij uit eigen portemonnee voor allerlei kleinigheden. Ze kijken niet op de laatste euro. Veeleer zijn zij erop uit te zorgen dat wat zij ondernemen anderen gelukkig maakt. Ze scheuren zo vaak hun broek aan hun ondernemingskracht.
Vrijwilligers hebben een uithoudingsvermogen om U tegen te zeggen. Ze zijn het wel eens moe maar doen ’s anderendaags weer verder. Ze zeggen wel eens: "’t Is nu eens aan de anderen maar toch nemen ze zelf weerom de draad op.” De microbe zit in hen en ze kunnen het niet laten. Het is sterker dan hun zelf.
Vrijwilliger zijn is eigenlijk een roeping waarbij men zich met zijn mogelijkheden engageert zonder al te veel vragen te stellen. Men begint eraan… we gaan wel zien.. we gaan het doen gaan… Het is ons geloof dat God in elk mensenhart de kracht heeft gelegd om veel goeds te doen. Aan ons is het om te willen die kracht aan te wenden om naar het woord van Paulus ‘medewerkers te worden aan de vreugde van anderen’ (2 Kor. 1:24).
Filip Debruyne