Beste mensen van onze pastorale eenheid,
We beleven moeilijke tijden. We voelen ons wat ‘uitgeschud’ en lopen wat ‘verloren’ midden de coronacrisis. Wat staat er ons (nog allemaal) te wachten? Hoe lang zal deze crisis duren? Zullen we zelf aan het coronavirus ontsnappen? We doen allemaal ons best om alle goede raadgevingen op te volgen. Dat moet ook en niemand kan of mag de nodige maatregelen naast zich neerleggen. Ook voor mijzelf doet alles heel raar. Geen diensten in de kerk, alle vergader- en overlegmomenten afgeschaft en geen mogelijkheid om bij mensen op bezoek te gaan. Ik heb dan maar wat in de tuin gewerkt en enkele uitgestelde karweien in orde gebracht. Ik voel me een beetje op retraite in mijn eigen huis en tuin: veel tijd om na te denken, wat te lezen en ook in stilte mee te bidden met velen opdat er licht moge dagen.
Ik ben vooral begaan met de zieken en de bejaarden en allen die voor hen zorgen. Ik kan me inbeelden dat geen bezoek krijgen voor velen heel pijnlijk is. Maar ook voor de kinderen is het lastig hun vaak hulpbehoevende ouders niet te kunnen bezoeken. Voor de verzorgers is het voortdurend oppassen om zelf niet ziek te worden.
Ik weet me verbonden met de families van overledenen. Met hen zoeken wij om waardig afscheid te kunnen nemen van hun geliefden. Voor hen is alles bijzonder moeilijk. Afscheid nemen is een proces waarbij de steun van familieleden en vrienden zo troostend is. En nu is die nabijheid haast onmogelijk.
En verder denk ik ook aan de leerkrachten die aanwezig zijn voor de opvang in de scholen. Ik begrijp dat zij het vaak moeilijk hebben om alles geregeld te krijgen. Vooral de directies getuigen hierbij van grote verantwoordelijkheidszin.
Deze tijd is ook een hele ervaring voor gezinnen: samen thuis met de kinderen zonder bezoek te kunnen ontvangen. Veel samen zijn is een uitnodiging om creatief deze tijd als een kans tot verrijking aan te grijpen.
Ik denk ook aan mijn leeftijdsgenoten, de zestigplussers, veelal grootouders die hun kleinkinderen zo graag rond zich hebben. Normaal zijn zij ‘opvang’ voor zoveel maar nu mag en kan het niet. Dat doet pijn en groot zal de vreugde zijn ze weer rond zich te hebben. Veel grootouders zullen hen zo missen maar te weten dat ze in goede handen zijn verzacht veel!
Uiteindelijk is onze actieve bevolking sterk getroffen door de situatie zowel zelfstandigen als arbeiders en bedienden. Dat alles zal zeker ook een weerslag hebben op onze economie. Laten we dankbaar zijn dat er zowel plaatselijk als nationaal mensen verantwoordelijkheid willen nemen om te zoeken naar een goede uitweg.
Goede mensen, het is een merkwaardige vasten. De tijd van ‘zoveel mogelijk thuis blijven’ biedt ons ook kansen om stil te staan bij het leven zoals het is… zoals het in coronatijden is. We worden allemaal eventjes door elkaar geschud. Wij die dachten ongeveer alle ziektes aan te kunnen of therapeutisch te behandelen, ervaren plots de grenzen van ons kunnen. Neen, in zeven haasten vindt men blijkbaar geen medicijn tegen de ziekte. We zijn allemaal broze wezens. Dat waren we een beetje vergeten… Deze vastentijd leert ons dat we ‘kwetsbare wezens’ blijven en dankbaar moeten zijn om onze gezondheid. Ja, de woorden van Aswoensdag klinken nu sterker dan ooit: ”Gedenk o mens dat gij van stof en as zijt en tot stof en as zult wederkeren.”
Deze vastentijd is ook een tijd van ‘toeleg op het bidden’. Ik nodig jullie allen uit om mee te bidden, dagelijks, al is het slechts enkele minuten. We kunnen bidden op voorspraak van Maria, dat wij deze tijd doorkomen als een tijd van bezinning en ons dieper bewust worden van de broosheid van ons bestaan. We kunnen ook vragen dat God ons allen wil zegenen met zijn kracht om hoopvol uit te zien naar Pasen, als een dag van herademen… nadat we allemaal onze adem in hebben gehouden voor wat mogelijks komen zou.
God zegene en beware u allen… en ik voeg er de oude woorden aan toe “Hij beware ons voor onheil en geleide ons tot eeuwig leven”. Maar dat laatste is nog niet voor onmiddellijk…
Veel sterkte en moed!
Filip Debruyne