Zusters en broeders,
Beste mensen,
Novemberdagen zijn altijd dagen van verstilling en bezinning, ook zeker nu corona zovelen treft. We vragen ons af: “Wanneer zal dit beteren, wanneer komt de knik in de besmettingscurve, wanneer zullen ze een vaccin vinden, wanneer wordt het weer eens als vroeger?” En nog sterker is de vraag:“Hoe blijf ik gezond?" We hopen op de terugkeer van een zalige tijd waarin bubbels, mondmaskers en gels tot het verleden behoren. Voor ons allen zijn deze tijden allesbehalve zalig of houden zij ook mooie momenten in?
Hierbij graag enkele overwegingen bij het evangelie van de zaligsprekingen, vertalingen naar deze coronatijd toe:
Zalig de armen van geest: zalig is het mensen te ontmoeten die rust kunnen brengen met een telefoontje of een kaartje van hoop. Vergeten we zelf niet even te zwaaien naar wie we achter het venster zit te kijken.
Zalig de treurenden: hoe kunnen we zieken nabij zijn en ook families die afscheid moeten nemen van op afstand? Vol begrip om hun diepe verdriet mogen we hen niet vergeten, hen niet angstig ontlopen, vooral niet bang zijn om te vragen “Gaat het een beetje? Kan ik voor jou iets doen?” Christenen dringen zich niet op, maar bieden zich aan om er te zijn waar nodig.
Zalig de zachtmoedigen: ik denk hierbij aan het verzorgend personeel in klinieken en verzorgingsinstellingen. Zij zijn de bron van genegenheid en de zachte hand die mensen bemoedigen om niet te verzinken in wanhoop en uitzicht-loosheid.
Zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid: hierbij denken we wereldwijd aan mensen die in deze tijd de noodzakelijke bijstand, zowel sociale als medische, moeten missen. Het zijn de weerlozen in de derde en vierde wereld die nog dieper in de armoede geraken omdat zovele hulpbronnen dreigen op te drogen.
Zalig de barmhartigen: ik denk hierbij aan allen die met een warm hart hun taak blijven opnemen. Het zijn onder andere de vele leerkrachten en directies die doorzetten. Het zijn zovele duizenden die met plichtsbesef er voor zorgen dat de dienstverlening verder mogelijk blijft. Maar tegelijk voelen we ook mee met allen die hun zaak moeten sluiten.
Zalig de zuiveren van hart: ik denk aan de mensen die zich geroepen weten om eerlijk en oprecht te doen wat gevraagd wordt. Het zijn de mensen die hun overtuiging niet belangrijker achten dan deze van de wetenschappers, de virologen en de medici.
Zalig zij die vrede brengen: zalig de biddende mensen die vrede vinden en rust kunnen brengen van Godswege. Bidden wij samen om vertrouwen dat God ons kracht geeft om deze tijd aan te kunnen. Het gebed is de inzet van de gelovige om mensen mee te dragen naar morgen toe, wegdenkend van mezelf en de zorgen van anderen ter harte nemend. Ook wanneer wij geen oplossing zien in uitzichtloze situaties is het goed onze zorgen uit handen te kunnen geven aan anderen en aan God zelf. Jezus heeft zelf ook zijn levenslot uit handen gegeven. Zijn gebed, met de dood voor ogen, was: ”Vader in uw handen beveel ik mijn geest.”
Op dit hoogfeest van Allerheiligen mogen we ook even uur en tijd vergeten. We verwijlen bij de gedachtenis aan onze geliefden die ons zijn voorgegaan. Vorige week zag ik op de Nederlandse televisie een gesprek met een moeder aan het graf van haar te vroeg gestorven zoon. Toen men haar vroeg: ”Hoe leef je met dit gemis ?” antwoordde ze: ”Ik gebruik het woord ‘gemis’ niet. Voor mij en mijn man is het duidelijk : we zien onze zoon wel niet meer maar hij hoort er nog altijd bij !” Laten wij verder met onze geliefden spreken – ze horen er nog altijd bij - en bidden dat zij ons helpen verder te leven want ze zijn nu onze heiligen, onze voorsprekers bij de Vader.
Filip Debruyne