Jezus is veroordeeld, terechtgesteld, dood en begraven. We zien het voor onze ogen: de twee leerlingen ‘met hangende pootjes’ al slenterend op weg van Jeruzalem naar het dorpje Emmaüs. Aan een onbekende voorbijganger vertellen ze hun ontgoocheling en raken geboeid door zijn reactie. Die man wijst hen terecht als onverstandig en traag van hart en begint hen de Schriftteksten uit te leggen. Zijn woorden raken hen tot diep in hun hart. Ze vragen hem mee binnen en gaan samen aan tafel. Bij het breken van het brood komt de herkenning: het is de Heer! Brandde ons hart niet onderweg... Vol vreugde staan ze op en gaan terug naar Jeruzalem om het blijde nieuws te vertellen.
Zij hebben Jezus als de Levende Heer ontmoet. Zij hebben Hem ‘gezien’, zeker ook met de ogen van het hart. Niemand heeft ooit God gezien zegt men, alhoewel... Misschien is het precies vanuit dat ‘zien, soms, heel even’ dat geloof ontstaat. Even heel diep mogen ervaren dat Hij er is, Hem herkennen en ontmoeten. Het is een vuur dat overslaat, een vonk die aanstekelijk werkt, een brand die ook anderen wil aansteken.
Zou het niet kunnen dat wij zo houden van dit verhaal omdat we onszelf, ons eigen diepste verlangen, onze eigen ervaring daarin herkennen?
Wanneer zijn u en ik al eens in Emmaüs geweest? Een uitzonderlijke keer? Of heel vaak, in onverwacht gewone woorden, mensen, dingen of gebaren? Als we kunnen ‘zien’ met de ogen van het hart…
Het is niet vanzelfsprekend in onze drukke tijd om de weg naar onze eigen binnenkant te vinden! We zijn met zoveel bezig, we moeten voor zoveel dingen zorgen, er komt zoveel op ons af. Ja, soms ‘hollen’ wij doorheen het leven en zijn veraf van de behoedzame stap van een rustige wandelaar, die kijkt en luistert, die eens stil staat en wacht, die dingen, mensen en woorden voluit ziet en hoort en tot in zijn hart laat doordringen.
En toch is Emmaüs geen onbekende plek voor jou en mij… Waar en wanneer brandde jouw hart in een overrompelende dankbaarheid voor het leven? Of was het door een onverwacht gebaar van vergeving en verzoening? Of de verwondering over de stille goedheid van een mens? Of werd je geraakt door een woord of een gebaar in de liturgie?
“Als de ziele luistert, spreekt ’t al een taal wat leeft”, schrijft Gezelle. Als we ons laten aanraken tot in dat geheime, diepste, putteke van ons hart, dan kunnen wij Hem herkennen, Hem ontmoeten als de Levende Heer.
Onze Heer ontmoeten, zien dat Hij er is, ervaren dat Hij mee stapt op onze levensweg, dat verandert de kleur en de richting van ons leven. Nee, niet spectaculair en plots, maar stap na stap verandert ons koude hart. Er groeit vrede, mildheid, begrip, hoop, vreugde, liefde. Het zijn de vruchten van de Geest, die ons toegezegd worden op Pinksteren.
Het is goed in Emmaüs, het is goed Zijn weg te gaan… en toch vergeten wij vaak dat Hij er is, en gaan we onze eigen wegen. Er is geen tijd meer voor stilte, onze taak wordt een last, in mensen, dingen en gebeurtenissen zien we vooral het negatieve. We verliezen onze binnenkant. We verliezen het contact met onze Heer.
Gelukkig verliest Hij ons niet!
Altijd weer komt Hij op onze weg, in een woord, in een mens, in gebroken Brood. Als wij maar weer op stap gaan naar Emmaüs!
Riet Goemaes