De kerk van Sint-Pieter heeft de vorm van een tent, een tent die openstaat voor iedereen. We hadden het ook over verschillende heiligen zoals: Petrus, Paulus en nog zoveel anderen. Deze kunnen we in de kerk terugvinden in verschillende beelden en afbeeldingen. We hebben de betekenis van moeilijke woorden gezien zoals het tabernakel, de gewijde hosties, de godslamp en de sacristie. In het tabernakel worden de hosties bewaard ; als de godslamp brandt betekent dit dat er gewijde hosties aanwezig zijn. In de sacristie hebben we mogen oefenen met zingen, normaal maakt de priester zich hier klaar voor de mis.
We hebben geleerd over hoe de mis in elkaar zit. Die bestaat uit twee delen. Het eerste deel: de dienst van het woord. Het tweede deel: de dienst van het brood. De dienst van het woord houdt in: het kruisteken, inleiding, gevolgd door het gebed om vergeving. Dan hebben we het openingsgebed en de eerste lezing. Het evangelie, eer aan God en de preek volgen dan. Voor het aanbrengen van de gaven hebben we nog de geloofsbelijdenis en de voorbeden. Dan begint het tweede deel, dienst van het brood. Het gebed over de gaven, het eucharistisch gebed, de consecratie en dan het Onze Vader. Tijdens de vredeswens geven we de vrede door. Gevolgd door het Lam Gods en de communie. We sluiten af met het slotgebed en de zending en zegen. Na deze uitleg konden we starten met onze stemmen op te warmen om de liedjes voor het vormsel aan te leren.