Op 1 januari viert de Kerk de feestdag van Maria als de Moeder Gods. Een feestdag die vaak in het niets verdwijnt door het feestgedruis en de naweeën van Nieuwjaar. Toch is het een Mariadag met een rijke betekenis…
Van het Kind naar Zijn moeder
Nadat de liturgie de schijnwerpers op het Kerstkind gezet heeft, en nadien op de ganse Heilige Familie, wil ze op nieuwjaarsdag Maria zelf in het volle daglicht plaatsen. Op kerstnacht bleef het in de liturgie stil rond Maria: Jezus gaat dan voor! Er wordt van Maria alleen gezegd: Zij bewaarde alles in haar hart.
Nu acht dagen later is het haar feest. Nu komt de hele Kerk bij haar op bezoek om haar geluk te wensen met wat er in de kerstnacht gebeurd is: Hij die het hele universum omvat en verlost, is ontstaan en gegroeid in de engte van haar schoot. Zij heeft Hem als moeder ontvangen, gedragen, gebaard en aan ons geschonken.
Omdat Jezus waarlijk de Zoon van God is, wordt Maria ook terecht Moeder van God genoemd, Theotokos. Het is een titel die haar niet zonder slag of stoot is toegekend op het Concilie van Efeze in 431. Maria, Moeder van God: deze titel houdt niet in dat wij Maria aanbidden als een Godin. Neen, Maria is eerst en vooral een mens zoals wij, en mensen dienen we niet te aanbidden; al is zij zonder zonde om een waardige moeder te zijn voor Jezus. Maria vereren wij, en wel als Moeder van God, de moeder die de Zoon van God als mens liet geboren worden.
Icoon van de Moeder Gods
Bij deze titel van de Moeder Gods kunnen we best denken aan de icoon van de Moeder Gods, waar we Maria frontaal zien afgebeeld, terwijl ze het Jezuskind toont aan de wereld. Met haar rechterhand wijst ze naar Jezus die ze op haar linkerarm draagt, alsof ze tot ons zegt: Hier is uw Redder, uw Verlosser! Geef uzelf aan Hem! Het kind is geen kleine baby meer, het is al een jongen, met koninklijke allure! Ook zijn gebaar heeft niets meer van een kind. Hij zegent immers allen die naar Hem opkijken.
Moeder en Kind kijken elkaar niet aan. Ze kijken allebei naar ons. Maria’s moederschap is er niet voor haarzelf. Zij wordt Moeder van God omwille van ons; zoals Gods Zoon mens is geworden voor ons en omwille van ons heil. Pas heeft Maria’s Kind haar schoot verlaten, of Hij is al niet meer van haar. Hij is van God, en Hij is van ons mensen, onze Redder en Verlosser. Als Jezus als twaalfjarige in de tempel achterblijft, zal Maria het aan den lijve ondervinden. Maria weet dat het om Jezus te doen is, niet om haar. Ze zal het zeker geweten hebben op de Bruiloft van Kana als Jezus tot haar zegt: Vrouw, wat is er tussen u en Mij? Ze onderwerpt zich aan haar zoon en zijn goddelijke zending: Doe maar wat Hij u zeggen zal! Maria kent haar plaats: zij is niet zelf de Redster, maar ze heeft Gods Redder aan de wereld geschonken, zij is niet zelf het Licht maar de lamp die het Licht laat stralen … Zij is de brug waarlangs Jezus naar de wereld kwam. Laten wij Haar ook de brug zijn waarlangs wij tot Jezus gaan?
De Moeder Gods en haar vele kinderen
Maria is Moeder van God, want zij is de Moeder van Jezus, de Zoon van God, en zij is dat door Gods toedoen. Maria is ook Moeder van de Kerk, want zij is de Moeder van alle gelovigen, en zij is dat door Jezus’ woorden op het Kruis tot de apostel Johannes: ‘Zie daar uw Moeder!’
Men zegt van kinderen dat ze op hun moeder gelijken, en iedere moeder is blij met deze gelijkenis. Zo is ook Maria, onze hemelse Moeder, verheugd wanneer zij in ons, in onze gedachten, in onze woorden en in onze gedragingen de trekken ziet van zichzelf. Laten wij op Maria trachten te gelijken, elke dag een beetje meer in dit nieuwe jaar; dat is de hoogste eer die we haar kunnen betonen.
Laten wij net zoals Maria goed weten dat het niet om onszelf te doen is, maar om Christus; dat niet wij de wereld gaan redden, maar Christus; dat niet wij het diepste geluk van mensen zijn, zoals ook zij niet ons diepste geluk zijn, maar Christus. Laten wij net zoals Maria weten dat wij wél zijn instrumenten kunnen zijn … als wij ja zeggen op Hem.
De herders als voorbeeld
Mogen wij hier een voorbeeld nemen aan de herders van Bethlehem, zij zijn toch eigenlijk de eerste christenen geweest; de eersten, na Jozef en Maria, die Jezus hebben gezien en in geloof aanvaard als hun Redder.
Wat doen ze?
Ze luisteren naar de woorden van de engel in de nacht;
ze gaan kijken wat er gebeurd is;
ze vinden en aanbidden Jezus
en tenslotte keren ze terug naar hun dagelijks leven
terwijl ze God loven
en aan anderen vertellen wat ze gezien en gehoord hebben.
Beste lezer,
mogen dat ook onze werkwoorden zijn voor dit nieuwe jaar:
luisteren naar God in de Schrift en in mensen,
kijken wat God doet in de wereld en in mensen,
Christus vinden en aanbidden
en tenslotte Christus verkondigen …
Ook dit jaar moet in vervulling gaan wat Lucas schrijft:
Allen die het hoorden, stonden verbaasd over wat hun door de herders gezegd werd!
Mogen wij, u en ik, die herders zijn voor velen in 2020!
P. Nicolaas