Zo klinkt de aanvang van het kerstverhaal die avond in de kerk van Witgoor, maar ik heb dit gevoel al een hele dag vooraf. Een feestelijke tafel wordt gedekt, in de keuken wordt lekkers bereid waar ik enkel mag naar kijken maar niet mag van proeven, kaarsen en haardvuur verdrijven de donkere winterdag, en alles is verwachting.
Zo voelt het ook als ik, samen met onze kinderen net op tijd terug van hun werk, de kerk binnenstap. Dit is nooit een avond als andere avonden. Tien minuten voor de klokken weerklinken, lijkt het of de kerk al vol zit. De voorgangers verwelkomen ons, Sikudhani geeft ons een stralende glimlach, en het koor La Muze zit al helemaal klaar. We horen het geroezemoes van een volle kerk, en je voelt het meteen: vandaag is het speciaal, en mensen komen graag. Alles is verwachting.
Gelukkig is er voor ons nog een plaats in de herberg, we vinden een goed plaatsje in de zijbeuk. We zien de voorgangers naar het altaar komen, Jenellea draagt het kerstekind naar de kribbe, en Jurgen heeft voorwaar het licht van Bethlehem mee. We horen later dat dit vuur vanuit Palestina via Oostenrijk naar de kathedralen van Brussel en Antwerpen is getransporteerd en dat hij het hoogstpersoonlijk met zijn kookpotten behoed heeft tegen uitdoven tussen Retie en Dessel. Wat een geluk ...
We horen over het wonder dat God onder ons heeft gewoond, als ‘een licht over hen die wonen in het land van de duisternis’. We horen Eva vertellen en zien hoe de kinderen van Witgoor ondertussen Maria en Jozef, en de schapen en de herders, en de sterren en de koningen aanbrengen. We horen de enthousiaste gezangen van La Muze en de hemelse stem van Sikudhani.
We horen Caroline vertellen over de vele wegen die naar Bethlehem leiden: de weg van de profeten, de weg van de liefde, de weg van het vertrouwen, de weg van de nieuwsgierigheid, de weg van lichtbrengen, en de weg van kinderlijke openheid voor het mysterie.
Vele wegen leiden naar Bethlehem, en we zijn allen geroepen om op weg te gaan, zegt ze. We zijn allen geroepen om op weg te gaan als pelgrim. Ik denk wel dat ze weet dat paus Franciscus een week later het Jubeljaar 2025 zal openen en ons oproept Pelgrims van Hoop te zijn.
De verwachting van de kerstnacht wordt de Hoop van 2025. ‘Het volk dat in het donker wandelt, ziet een groot licht; een licht straalt over hen die wonen in het land van de doodse duisternis. Gij hebt hun blijdschap vermeerderd, hun vreugde vergroot. Voor uw aanschijn zijn zij vol vreugde, een vreugde als die om de oogst,
als die van mensen die jubelen bij het verdelen van de buit’ (Jesaja 9, 1-2).
Jubelen in dit Jubeljaar, hoe kan dat dan?
Wie mooi kan zingen, zing.
Wie goed kan organiseren, organiseer.
Wie naar de mis kan gaan, ga graag.
Wie ingetogen kan bidden, bid. Voor ons allemaal.
Maar in Godsnaam, geeft er een lap op!
Helgi van de Velde
Foto's (c) Else Maes