WIE IS MARTINUS?
Martinus was de zoon van een rijke koopman. Lang geleden was hij soldaat in het Romeinse leger. Op een dag reed Martinus met een groepje soldaten naar een grote stad. Het was koud en mistig. Martinus had zijn warme rode mantel goed om zich heen geslagen. Zo had hij het heerlijk warm. Ze hadden haast, want ze moesten voor donker binnen de standsmuren zijn.
Toen ze bij de stadspoort aankwamen, stapte een arme man op hem af. Hij had geen schoenen, geen jas en geen sokken aan. Je kon aan hem zien dat hij het erg koud had. “Wat is er met jou aan de hand?” vroeg Martinus. “Ach”, rilde de man, “ik heb het zo koud”. Martinus dacht even na. Hij zou zijn mantel wel willen geven. Maar de mantel hoorde bij zijn uniform van het leger. Wat moest Martinus nu doen? Hij kon die arme man daar toch niet zomaar in de kou laten staan?
Plotseling kreeg hij een goed idee. “Ik geef hem de helft van mijn mantel !” Hij deed zijn mantel af, trok zijn zwaard en hakte de mantel in twee stukken. Eén stuk gaf hij aan de arme man. En één stuk dat toebehoorde aan de Romeinse keizer, en dus niet van hem was, sloeg Martinus zelf om zijn schouders. De arme man was erg blij. Nu had hij een mantel tegen de kou. Hij bedankte Martinus en vertrok. En Martinus? Die reed daarna tevreden met zijn soldaten de stad binnen. Die nacht had Martinus een droom en hij zag hoe Jezus aan zijn Vader vertelde dat Hij het koud had en dat Martinus hem een deel van zijn mantel had gegeven. Martinus begreep toen dat die bedelaar eigenlijk Jezus was. Daarop verliet Martinus het leger.
Hij werd christen en bereidde zich voor op het doopsel. In 361 estichtte Martinus een klooster te Ligugé, acht kilometer ten zuiden van de stad Poitiers, het eerste klooster op Franse bodem. Tien jaar later werd hij door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Als bisschop zette hij zich in voor de verdere verspreiding van het christendom. Hij stichtte kerken en rond 375 de bekende Abdij van Marmoutier.
Het verhaal van Martinus en de arme man is een oud verhaal. Door de manier waarop Martinus leefde werd hij door de katholieke kerk Heilig gemaakt.
Hij is dus een Heilig mens. Daarom staat nu voor zijn naam het woordje Sint. Hij werd op 11 november kerkelkijk begraven.
IEDEREEN WELKOM OP HET FEEST VAN DE PATROONHEILIGE VAN DE SINT-MARTINUSKERK
De tweetalige familie-eucharistieviering ter ere van de Heilige Martinus gaat door op 13 november in de Sint-Martinuskerk te Ganshoren om 10 uur
Receptie na de viering
SINT-MARTINUS - LICHTFEEST - KINDEROPTOCHTEN MET LAMPIONS
Tijdens de nevendienst gaan de jongeren aan de slag met het maken van lampions.
Sint Maartensvuren zijn een oude gebruik. Op sommige plaatsen werden –en worden nog steeds– Sint Maartensvuren gestookt. Aan het begin van de winterperiode waren ze bedoeld als reinigende vuren en om de vruchtbaarheid van veld en vee te bevorderen. Soms werden deze vuren tot aan Driekoningen brandend gehouden.
De bijbehorende fakkeloptochten dienden ter ondersteuning van de zon die in deze tijd langzamerhand in kracht afneemt en om boze geesten te verdrijven.
Later ontstonden uit de fakkel- en vuuroptochten de kinderoptochten met lampions, lantaarns, uitgeholde koolrapen en pompoenen, foeke- of rommelpot (pot waar overheen een varkensblaas is gespannen). Sterk te vergelijken met vroegere Sinterklaasoptochten en het nieuwjaars en driekoningen zingen van kinderen . De kinderen zingen daarbij Sint-Maartensliedjes in de meestal niet ijdele hoop daarvoor beloond te worden met wat fruit, snoep of geld.