God, Gij hebt mij als een fijne draad
geweven tussen aarde en hemel.
Ik hang nog vast met al mijn vezels
aan de grond waaruit ik ben genomen,
en voel nog elke dag het dier in mij
dat instinctief wil overleven
en agressief wordt
tegen wie het territorium betreedt
dat ik heb afgebakend:
mijn grond en mijn bezit,
mijn geld en mijn carrière,
mijn gezag en mijn prestige..
O wee, wie daaraan raakt...
Maar Gij, mijn God,
Gij trekt mij
om daarvan los te komen,
om U te zoeken en te minnen
met heel mijn ziel, verstand en al mijn krachten.
Gij wilt mij bevrijden van die zwaartekracht,
van mijn redeloze drang naar hebben en houden,
van oeroude instincten.
Gij wilt mij ruimte geven om te worden wie ik ben,
niet gehinderd door een territorium
dat ikzelf heb afgebakend.
Zodat ik, mild en open,
niet gehinderd door mezelf,
elke naaste kan beminnen
zoals Gij dat wilt.
God, ik ben een fijne draad
door U geweven tussen aarde en hemel.
Ik voel de zuigkracht van uw hemel,
maar ook de zwaartekracht van de aarde.
Ik zweef tussen wat is en wat zou moeten zijn.
Ik denk dat dat zo zal blijven, God,
tot alles is volbracht.
naar Manu Verhulst