De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
Wie uit is op eerst en meest heeft niets meer te winnen, maar alles te verliezen.
Wie achteraan staat en leeft van laatst en minst, heeft niets meer te verliezen en kan alleen nog winnen.
Op de maaltijd van het samenleven nodig je best de minsten uit: armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden, zij die nooit kunnen terugbetalen wat je voor hen doet.
Hou het maar gratis en besef dat de belangrijkste dingen van het leven toch niet te betalen zijn.
Zo gaat het er aan toe wanneer Ik-zal-er-zijn-voor-u de enige God mag zijn.