De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
In deze donkere dagen bidden wij U, Heer God, dat wij nooit de hoop verliezen. Dat leegte en duisternis ons niet overweldigen. Dat we niet vluchten in glitter en schone schijn.
Dat wij, in deze adventstijd, wakend blijven uitzien naar de vervulling van uw Belofte: uw komst in onze wereld, uw komst in de duisternis van ons bestaan, in de leegte van ons zo armzalig mensenhart.
Dat ons ongeneeslijk verlangen naar vrede en gerechtigheid U mag herkennen in al wat klein en kwetsbaar is, in het Kind in de kribbe, in het Kind voor wie in de herberg geen plaats was. Dat wij nooit de hoop verliezen, maar vol vertrouwen uitzien naar uw komst.