Voor de opbouw van zijn wereld heeft God ze allemaal nodig: zowel de werkers van het eerste uur als die van het laatste, zowel de mensen met ervaring en vorming als de pas aangekomenen die nog veel moeten leren, maar wellicht ook frisse nieuwe ideeën kunnen aanleveren.
Zowel mensen met tijd als mensen met een druk gevuld leven. Hij heeft voorgangers nodig en leiders maar ook stille werkers, en bidders. Allemaal zijn ze nodig voor de opbouw van Gods wereld.
Vergelijk jezelf niet met een ander, noch met wat hij kan of met wat hij verdient. Zoals je bent, zo heeft God je nodig voor zijn wereld.
Want het gaat niet om wat je organiseert of om hoeveel je presteert. Het gaat om het werken in Gods wijngaard waar alles spreekt van ‘Ik zal er zijn voor u’, waar goedheid veel verder gaat dan rechtvaardigheid, waar we allen evenveel bemind zijn: oneindig veel.