God herkennen in de heldere oogopslag van een kind- dat is niet zo moeilijk.
Hem aanwezig weten in de kring van hen die gemakkelijk vrienden maken- dat lijkt vrij logisch.
Hem ontwaren in de vreemde die voorbijgaat, in het droeve zwijgen van wie tussen de plooien valt- dat valt ons zwaar.
Hem erkennen in de troebele ogen en de wankele gang van een verslaafde- dat lijkt godsonmogelijk.
Maar misschien bedelt Hij juist daar, mateloos verlaten, om mijn aandacht. Kees Pannenkoek