De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
Het grootste wonder van de schepping is, dat mensen er zijn voor elkaar. Een mens alléén is maar een half mens. We hebben het leven niet in onze hand, maar we mogen het delen. We worden méér mens, naarmate we ons leven richten op anderen. Zo heeft God zijn schepping bedoeld: mensen die elkaars gelijken zijn, mensen die leven voor elkaars geluk.
Gods ideaal is soms nog ver. Het lukt ons nog steeds niet om er helemaal te zijn voor elkaar. We praten nog altijd over meer of minder. We maken de ander tot slaaf van onze eigen behoeftes. “De hardheid van ons hart” ligt ons als een steen op de maag. Nog steeds sturen we mensen weg omdat ze niet in ons straatje lopen.
Daarom is het verhaal van de schepping nog even actueel als in Jezus’ tijd. Hij heeft als geen ander verkondigd en voorgeleefd dat elke mens bestemd is tot liefde en leven. Hij is ons grootste Voorbeeld dat zegt: leven is er om te delen en om gedeeld te worden. Waar we er zo zijn voor elkaar, wordt het ideaal van Gods schepping waar. auteur niet gekend