De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
Leven in geloof is wat anders dan altijd opgetogen zijn. Vaak is het vooral: tóch maar doorgaan, al zie je nauwelijks resultaat. Het uithouden met jezelf en met elkaar, ook al zie je veel mislukken. Tóch doorgaan ondanks zoveel dat je verdrietig maakt. Trouw blijven aan wat ons werd toevertrouwd. Je ziel niet laten verbitteren 4. maar het goede in elkaar behoeden. Teleurstellingen niet koesteren maar het uithouden en geduld opbrengen, als een wachter in de nacht die de onbegrijpelijkheid van wat gebeurt, doorstaat. Ook het onbegrijpelijke van God.
Vasthouden aan de hoop dat er telkens iets nieuws kan groeien. En dat mens-zijn en menswaardigheid mogelijk zijn.
Vasthouden aan het geloof dat op deze vreemde aarde zoiets ongehoords als ‘liefhebben’ toch gebeuren kan.