De bezinning die je hoorde op het einde van onze weekendvieringen kan je hier nog eens (na)lezen.
Soms ben ik bang, en al verberg ik mijn angst voor de mensen, voor U, God, heb ik geen geheimen. Want is het gras soms bang voor de regen? Of de duiven bang voor de wind? En ik, uw kind, zou bang zijn als ik een Vader heb die de mensen in zijn hand houdt?
Al weet ik niet wat er morgen gebeuren zal, al begrijp ik niet alles wat ik meemaak, toch leg ik mijn angsten bij U neer. Want Gij zijt het licht in alle duister: de stralende zon in de dag, de heldere maan bij nacht.
Gij neemt mij bij de hand. Zelfs als ik verloren loop, komt Gij mij opzoeken, zelfs als ik al lang niet meer met U gesproken heb. (auteur niet gekend)