Geloof vraagt een grote dosis vertrouwen.
Doe het maar eens … zoals Abraham destijds:
op weg gaan … als je nog geen resultaten ziet;
als je weet dat er nog hindernissen zullen komen.
Doe het maar in onze tijd van ‘jachtige impasse’:
alles gaat snel, moet steeds nieuw zijn, hip klinken en een kick geven.
En tegelijk voelen we stilstand: we botsen op een snel aanwassende klimaatcrisis
en een toenemende kloof tussen superrijk en generatiearm.
Een stijgend aantal mensen geraakt niet vooruit door depressie of burn-out.
Groot vertrouwen is nodig. En hoop.
Typisch aan hopen is dat een resultaat nooit is gegarandeerd.
Maar toch houdt hoop ons gaande als we die concreet maken,
zoals Augustinus ons meegaf:
De hoop heeft twee dochters: de woede en de moed.
De woede is nodig om het onrecht aan te klagen
en de moed om het onrecht te veranderen.
Net als voor Abraham, destijds, is dit vandaag voor ons een bevrijdende boodschap: áls je maar op uittocht gaat, én onrecht achterlaat,
dan komt een beloofd land in zicht; alles komt goed …
Zo geraken we vol van hoop, zo wórden we volk van hoop.
Uit de liturgiemap van Broederlijk Delen 2025