1 mei, feestdag van de Heilige Jozef, werkman.
De maand mei is vooral gekend als Mariamaand. Her en der worden de Mariakapellen versiert met bloemen of met bloemenkransen en vindt men een bijzondere aanbidding voor Maria, die door dikwijls buurtgemeenschappen worden georganiseerd. Alle Maria devotie kent vooral in deze maand zijn hoogtepunt en toch is het de Heilige Jozef die als Heilige van de dag wordt aanbeden op 1 mei.
Werkman of…?
Het is een standaardscène in vrijwel elke film over Jezus: de flashback waarin iemand terugdenkt aan hoe het allemaal begon, met een jonge Jezus die in Nazareth nog tafels en andere meubels timmerde. In Jesus Christ Superstar (1973) bezingt Judas, Jezus’ beste vriend het beroep van Jezus en zijn vader als volgt:
Nazareth, jouw godenzoon
Waarom werd-ie niet gewoon
Net als pa, een timmerman?
Dat was het plan.
Tafels maken of een stoel
Is toch ook een levensdoel?
Jezus, het is mooi geweest
Blijf bij je leest!
In The Passion of the Christ (2004) is Jezus zelfs de uitvinder van een nieuw soort meubel.
Het maken van meubels was echter het werk van een schrijnwerker, terwijl Jezus van beroep timmerman was – of beter, een bouwkundig vakman, wat vermoedelijk de beste vertaling is van het Griekse tektôn. Soms werd Jozef ook wel als een aannemer of architect beschreven, terwijl het oud Grieks voor architect dus architektôn is, lijkt ons dit niet de beste omschrijving van Jozefs dagtaak.
Als het leven van Jozef en zijn gezin wordt beschreven in de bijbel gaat het veeleer over een eenvoudig gezin, niets dat hun deed opvallen in die kleine gemeenschap van Nazareth.
Jozef, de voedstervader van Jezus, was geen Schriftgeleerde, hogepriester, farizeeër maar een werkman, iemand die bedreven was in de handenarbeid en die dingen maakte uit hout.
In Matteüs 13:55 staat “Hij is toch de zoon van de timmerman? Zijn moeder is toch Maria? Jakobus, Jozef, Simon en Judas zijn toch zijn broers?”. Niets duidt aan dat ze een vooraanstaande plaats innamen in de gemeenschap, gewoon als werkende mensen die niet opvielen in het dorp. Was dit Gods plan? Een zoon, geboren uit eenvoudige, hardwerkende mensen maar die respect hadden voor God, iemand die niet opvalt als zoon van een Koning of een hogepriester. Iemand die ondergedompeld wordt in de warmte van het gezin waar eenvoud en liefde de kernwoorden zijn. In een onopvallende omgeving kan het kind Jezus genieten van zijn kindertijd. Zoals in die tijd de gewoonte was, werden de kinderen al vroeg ingeschakeld in allerlei huishoudelijke taken, dat zal ook bij Jezus zo geweest zijn, vermoed ik. Dat hij zijn vader Jozef ook heeft geholpen, daar ben ik ook van overtuigd. Het waren trouwens eenvoudige lieden en Jezus verbleef graag in dit milieu want hij bleef in het huis wonen totdat Jozef stierf. Pas daarna reisde hij samen met zijn moeder en andere metgezellen door Galilea en omstreken.
Jozef, de creatieve, scheppende werkman.
Jozef, de voedstervader van Jezus, afstammeling uit de stam van Koning David, was geen Schriftgeleerde, hogepriester, farizeeër maar een werkman, iemand die bedreven was in de handenarbeid en die dingen maakte uit hout. Dat hout bewerken deden ze in die tijd met bijl en zaag en is dus zware handenarbeid maar voor de afwerking, om de scherpe kantjes eraf te halen had Jozef wel andere voorwerpen, zoals een hamer en beiteltje, voor het fijn schuren van de houten voorwerpen werden in die tijd zandsteen gebruikt. Jozef was een werkman, die van ’s morgensvroeg tot ’s avonds laat moest werken om zijn gezin te onderhouden. Hij zal wel grote, ruwe handen hebben gehad, de handen waar hij de kleine Jezus mee streelde of Hem de hand gaf als ze samen naar de synagoge gingen. Ik vermoed dat Jezus, als kind, wel vaker met ontzag keek naar het scheppende werk van zijn voedstervader, die uit een houtblok allerlei nuttige gebruiksvoorwerpen kon maken. Een timmerman die al in de boomstam het voorwerp zag en die kapte en hakte en schuurde in die houtblok totdat hij dat perfecte voorwerp creëerde. Mag ik Jozef dan ook vergelijken als Jezus’ vader in de hemel?
Jozef heeft wel zijn dromen nagejaagd, maar dat waren dan ook dromen door God ingegeven.
Of een meer aards beeld van God? Jozef was een vrome, onopvallende man die zijn vertrouwen stelde op God. Hij wist welke belangrijke taak hij van God had gekregen, namelijk, zijn gezin beschermen op allerlei wijze, soms ingegeven door God maar soms gewoon als een liefhebbende vader of echtgenoot.
Jozef heeft wel zijn dromen nagejaagd, maar dat waren dan ook dromen door God ingegeven. Hij nam de ongewone weg om de reeds zwangere Maria tot vrouw te nemen, daarna te vluchten naar het verre Egypte. Daarna beantwoordde Jozef voor de derde maal aan de boodschap van de engel en vertrok onmiddellijk naar het land Israël. Op zijn terugweg hoorde hij pas dat de landvoogd van Juda de zoon was van de gevreesde Herodes maar God stuurt hem naar het veilige Judea in de stad Nazareth. Zijn koers veranderde voortdurend maar hij deed dit alleen om zijn gezin dat hij koesterde.
Liefhebbende vader en werkman van Gods Rijk.
Als Jezus het verhaal vertelde van de verloren zoon, dan leggen we onmiddellijk de band met God als zijn vader, maar misschien was Jozef wel net zo’n vader. Een vader die zijn kinderen altijd liefheeft, een vader die kijkt naar de mooie momenten in het leven en de minder mooie momenten bedekt met de mantel der liefde. Misschien heeft Jezus die onvoorwaardelijke liefde ook mogen voelen in het gezin waar Hij opgroeide.
In het eerste sociale Encycliek, Rerum Novarum van Paus Leo XIII is werk een belangrijk aspect. De Heilig Jozef was een gewone werkman die door zijn noeste arbeid een eerlijk loon verdiende om zijn gezin te onderhouden. Onze Paus Franciscus schrijft in zijn apostolische brief over de Heilig Jozef en zijn werk:” In onze dagen waar werkgelegenheid opnieuw een belangrijke sociale zaak is geworden en werkloosheidscijfers terug stijgen, is er nood aan een hernieuwing van de waardering van het belang van waardige tewerkstelling, waar Sint-Jozef een voorbeeld patroon van is. Werken is een manier om deel te nemen aan het werk van de verlossing, een mogelijkheid om de komst van het Koninkrijk te versnellen, onze talenten te ontwikkelen en hen ten dienste te stellen van de samenleving en de broederlijke gemeenschap… Hoe kunnen we spreken over menselijke waardigheid zonder te werken aan de zekerheid dat iedereen in staat moet zijn om een fatsoenlijk bestaan te leiden. Werkende mensen, wat hun werk ook mag zijn, werken samen met God zelf en worden op de een of andere manier scheppers van de wereld om ons heen…. Laten we de Heilige Jozef, de Arbeider, aansporen om ons te helpen bij het vinden van manieren om uitdrukking te geven aan onze vaste overtuiging dat geen enkele jongere, geen enkele persoon, geen enkel gezin zonder werk mag zijn.”
Bidden we tot Sint-Jozef.
Weesgegroet,
Beschermer van de Verlosser,
Echtgenoot van de H. Maagd Maria,
Aan u vertrouwde God
Zijn enige Zoon toe.
In u heeft Maria
Haar vertrouwen gesteld.
Met u werd Christus mens.
Gezegende Jozef,
Laat uzelf, ook voor ons,
Als een vader zien
Om ons te begeleiden
Op het pad van het leven.
Verkrijg voor ons genade,
Barmhartigheid en moed,
En verdedig ons tegen elk kwaad.
Amen.
Paus Fransciscus.
Marc Munters