Op zondag 9 januari was het om 9.30 uur iets minder vroeg verzamelen in Sint-Anna Oudergem. In de planning was een initiatiemoment voorzien voor de vormelingen in het Lutgardiscollege en ook een ontmoetingsmoment voor de ouders, maar Corona heeft weer roet in het eten gegooid. Noodgedwongen hebben we ons beperkt tot de gemeenschapsviering in de kerk, om samen de kersttijd af te sluiten.
Door omstandigheden waren er geen muzikanten, maar niet getreurd, pater Walbert had zijn gitaar mee, die nog gestemd moest worden, want de avond voordien was een snaar gesprongen.
Pater Walbert verklaarde heel goed wat er met de doop van Jezus was gebeurd:
Johannes de Doper predikte een doopsel van bekering voor iedereen in de Joodse gemeenschap die zich wilde omkeren. Maar bij het doopsel van Jezus gebeurde het dat de hemel open ging, zoals dat ook gebeurde met het voorhangsel van de tempel bij Jezus' dood aan het kruis, en een stem zei: “Dit is mijn zoon, de welbeminde, in wie ik welbehagen heb”.
Uiteindelijk waren er niet zoveel kinderen aanwezig: 1/3 van de verwachte groep. Enkele families kwamen nog terug van vakantie die dit jaar drie weken had geduurd, andere hadden angst voor corona, weer andere zaten in quarantaine...
Het werd een stemmige viering met veel liederen. Maar het was vooral een sterke viering door de lezingen: De mooie lezing van Jesaja, die we ook al in de advent hoorden: “troost, troost mijn volk...”, “consolamini popule meus” uit het ‘Rorate!’
De tweede lezing was de mooie tekst uit de brief van Paulus aan Titus, een beetje het leidmotief van onze paus Franciscus, “God is barmhartig”, de lezing ook die we met kerstdag in de herdersmis horen, de lezing die de bisschopsspreuk is van wijlen Kardinaal Danneels.
En tenslotte het evangelie van Lucas.
De volgende afspraak, op 13 februari, de tweede zondag van februari, krijgt stilaan vorm: we starten met de eucharistieviering en vervolgen met een wandelinitiatie.
Hans, pastor