Tweede etappe op de 40-dagentocht…
Na de woestijnervaring is de tweede etappe van onze 40-dagentocht naar Pasen een bergetappe.
Ook wij zijn steeds onderweg.
Wij zien op tegen een berg werk ook al kunnen wij bergen werk verzetten.
Het blijft maar klimmen, wij willen ook hogerop!
Tussenin even stilstaan en van het mooie uitzicht genieten.
Het boek: ‘La peste’ van A. Camus gaat uit van het de mythologie van Sisyphus.
Deze duwt een bol de berg op, een hele karwei.
Bijna boven geniet hij van zijn grote inspanning, maar even loslaten doet de bal weer terugrollen.
Leven blijft een levenslange onderneming, het gevecht tegen het onheil en onrecht,
de wet van Murphy, de onuitroeibare pest …
Met vallen en opstaan willen we het liefst de top bereiken, gaandeweg onze bestemming zoeken en ervaren…
Grote figuren als Elia en Mozes hebben God ervaren op de berg...
De berg opgaan is een hele opgave.
Geen van hen weet wat er op de top te gebeuren staat.
Abraham beklimt de berg Moria, gehoorzaam als hij was, om er zijn zoon Isaak te slachtofferen.
Maar dan blijkt dat God niet wil dat mensen, in zijn naam, elkaar tot slachtoffer maken.
Ook Jezus neemt drie apostelen mee op een berg, om er alleen te zijn, te bidden,
een glimp te geven van zijn levensbestemming, de Golgothaberg van het Lijden en sterven.
Vandaag even van gedaante te veranderen, als een voorafopname van zijn verheerlijking.
Hij gaat er in gesprek met die andere grote figuren uit de Bijbel, die ook op de berg in contact met God traden.
Uiteindelijk spreekt God, in een wolk, een stem: `Dit is mijn geliefde Zoon; luister naar Hem.'
Op een berg kan je niet blijven…
Topervaringen in ons leven zijn maar een fragment, dalmomenten zijn ook ons lot.
Op de kale berg is het niet om te blijven, sneeuw, wind en gure tegenwind zijn eenieders deel.
We moeten terug, bergaf, naar de begane grond.
Triestig dat het kamp voorbij is, staat de leiding bij het kampvuur.
‘Kunnen we nog enkele dagen blijven, nog 3 tenten laten staan?’
Ook Petrus zei tot Jezus: `Rabbi, het is maar goed dat wij hier zijn; laten wij drie tenten bouwen’.
Hij waande zich in de zevende hemel. Zo’n toppunt kan niet blijven.
‘Toen ze rondkeken, zagen ze ineens niemand meer, alleen Jezus was bij hen’.
Jezus wilde dat ze dit niet doorvertelden, omdat ze dit maar konden begrijpen nadat de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan.
Achteraf, van op een afstand, kan je de dingen overschouwen,
een ‘mensenzoon’ maar echt gaan begrijpen.
Pater Walbert