In zijn boodschap voor de 108steWerelddag van de Migrant en de Vluchteling roept paus Franciscus iedereen op om mee te bouwen aan ‘de stad van de toekomst’ (Hebreeën 13,15) - het Rijk Gods. God is de ontwerper van deze stad, maar wij allen moeten meehelpen in het bouwproces. De stad van de toekomst is niet ver en onbereikbaar, maar begint vandaag én met ieder van ons. Niemand mag worden uitgesloten, in het bijzonder kwetsbare mensen niet. Vluchtelingen en migranten zijn een onmisbaar deel van de stad die God voor ogen heeft. Dit betekent niet dat ze erin mogen wonen louter als gast, maar evenzeer dat ze mogen meebouwen. De paus roept dan ook op om vluchtelingen en migranten niet alleen te tolereren, maar hen ten volle te laten participeren in de ontplooiing van onze samenleving. “Er is een enorm potentieel dat benut zou kunnen worden, als we daarvoor open staan.” Vluchtelingen en migranten zijn een culturele verrijking en bieden ons de kans om visies en tradities uit te wisselen en zo te groeien als mens. In het bijzonder kan hun enthousiasme en hun levendigheid ‘het kerkelijke leven van de gemeenschappen die hen verwelkomen een nieuwe impuls geven’. Paus Franciscus eindigt zijn boodschap met dit gebed:
Heer, maak ons dragers van hoop, zodat uw licht kan doorbreken waar duisternis heerst en vertrouwen in de toekomst kan groeien waar ontmoediging ons overvalt.
Heer, maak ons instrumenten van uw gerechtigheid, zodat waar uitsluiting de overhand heeft, broederlijkheid kan ontluiken en waar hebzucht aanwezig is, een geest van delen kan openbloeien.
Heer, laat ons bouwen aan uw rijk, samen met migranten en vluchtelingen en met allen die aan de rand van de maatschappij leven.
Heer, laat ons leren hoe mooi het is om als broeders en zusters samen te leven. Amen.