In deze speciale tijden ben je soms verplicht (niet-) dringende technische interventies uit te stellen, maar deze keer wou ik toch niet langer wachten. Twee dagen na elkaar moest ik het noodnummer bellen voor de TV en pc. Sneller dan verwacht stond de Proximus-technicus aan de deur. Aan de telefoon werd ik reeds gewaarschuwd dat er slechts één persoon aanwezig mocht zijn in de ruimte en dat de nodige afstand diende gerespecteerd te worden. De man in kwestie moet zowat het prototype geweest zijn van: ‘Hoe herstellingen uitvoeren in Coronatijden?’ Masker, handschoenen, de doos met de geleverde apparatuur mocht ik gedurende vijf volle dagen niet aanraken enz..! Hij had onvoldoende tijd om alles tot in de puntjes af te werken, maar was zeer helder en geduldig in zijn uitleg omtrent de nieuwe functioneermodaliteiten. Meestal bied ik aan werkmensen in huis een drankje of snuisterij aan: uiteraard werd hiervoor in deze omstandigheden beleefd bedankt. “Hoe zou ik hem een kleine financiële attentie kunnen bezorgen?” ging het door mijn hoofd. Ik toonde hem een briefje terwijl ik hulpeloos mijn schouders ophaalde.. “Mag dat ook niet?”, vroeg ik. Hij aarzelde terwijl zijn blik op mijn portefeuille gefixeerd stond. “Misschien kunnen we er iets op vinden”, antwoordde hij aarzelend. Nietszeggend haalde hij een lange grijptang uit zijn werktas, lichtte het briefje uit de geldtas en verborg het meteen tussen het andere gereedschap. In uitzonderlijke omstandigheden gelden… uitzonderlijke regels. “A la guerre comme à la guerre”, zei viroloog Marc Van Ranst op TV.