Kom, laat ons de HEER met jubel begroeten
Mijn kleine bijdrage omtrent de psalmen haal ik uit het Getijdenboek van de Kerk waarin enkele psalmen zowat dagelijks de revue passeren. Ze maken deel uit van de opbouw van de Getijden.
Alle Getijden van de dag hebben een openingsvers.
Het is vroeg in de Nieuwe morgen en … God krijgt al zijn eerste vraag binnen:
‘Heer, open mijn lippen,’ zingt de voorganger.
‘En mijn mond zal (dan) uw lof verkondigen,’ antwoordt het koor.
De mens vindt al de juiste toon om zo vroeg God te behagen, weliswaar haast fluisterend, haast prevelend, binnenkamers, van hert tot hart. Niet op de Man af; dat is voor later op de dag, wanneer hij het moeilijk heeft en Hem haastig om hulp vraagt. (het openingsvers van de andere Getijden van de dag).
En de mens gaat op stap met God, weet Hem te loven in
Psalm 95:
‘Kom, laat ons de HEER met jubel begroeten,
juichen we toe de Rots van ons Heil.
Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang,
Hem met liederen eren.’
En de lofzang van de mens heeft in de loop der tijden zowat alle emoties in de mens een kleur of een muzieknoot gegeven:
‘U komt de lof toe, U het gezang, U alle glorie,
o Vader, o Zoon, o Heilige Geest
in alle eeuwen der eeuwen. Amen.’
En wie weet volgt er straks geen lofzang waarin het coronavirus verbannen wordt tot in de eeuwigheid.
Al bij al… De 150 psalmen vullen de liturgische ruimtes, blijven hier en daar hangen, flarden teksten die ons schep houden en hun diepste geheimen voetje per voetje prijsgeven aan hen die erin geloven en van goeden wille zijn.
‘We zijn als een vogel nog juist gevlucht,
ontsnapt aan het net van de jager,
en het is gescheurd,
we zijn eruit los gekomen.’
Met deze tekst refereer ik naar psalm 124 (123) waarin de uittocht uit Egypte, waar ze als slaven werden behandeld, uiteen is gezet.
God hield daarin zijn woord, zond ons zijn Zoon Jezus. Zo werden wij zijn kinderen:
God heeft in Christus willen wonen in heel zijn volheid als Vader en ook tussen zijn schepselen.
De psalmen vertellen ons dat, soms heel subtiel, soms als zoekende gelovigen of ongelovigen in de geheimen van de woestijn.
Mocht ook gij op deze dag en in uw psalmgebed inzien wat uw gebed draagt en wat tot vrede strekt (Lucas 19, vers 42)
Broeder Hubert