Ik vertrouw op uw liefde
In de rubriek ‘De psalm van…’ delen de deelnemers aan het Bijbelleerhuis de psalm die hen heeft aangesproken, hoe, waarom… Alvast dank voor deze getuigenissen.
In het BIJBELEELHUIS van september werden we aangemoedigd om de psalmen te lezen, te herlezen, nogmaals te lezen, te herlezen… tot ze ‘gebed’ worden, ons gebed, mijn gebed.
Maar hoe begin je eraan?
We kennen psalmen vanuit ons liedrepertorium. We zingen of bidden een psalm als tussenzang in de eucharistieviering, soms ook na de communie. Psalmen geven woorden aan onze gedachten, vertolken onze gevoelens: dankbaarheid, vreugde, geloof en hoop, ook twijfel… en soms wanhoop, boosheid, opstandigheid…
Je zou het psalmboek moeten lezen, van de eerste psalm tot de laatste, en weer opnieuw, van de eerste tot de laatste, en weer opnieuw…
De kerk bracht er structuur in deze psalmenschat. In het getijdengebed (officie) dat priesters en religieuzen bidden, zijn de psalmen verdeeld over de verschillende gebedsmomenten: morgen-, middag- en avondgebed, lezingendienst volgens een schema dat om de 4 weken terugkeert. Monniken en monialen hebben meer gebedsmomenten: de psalmen zijn verdeeld over meerdere gebedstijden en gespreid over 2 weken.
Het volk van God, wij allemaal dus, zijn uitgenodigd om het gebed van de kerk mee te bidden. Alleen, ja, maar ook samen. Een oude traditie die opwaardering verdient.
In oktober, onze tweede en laatste samenkomst life, trakteerde begeleidster Ria ons op een handig (handformaat) boekje: 150 psalmen. Niet om weg te bergen, maar als uitnodiging.
Roger Van Poucke begon te lezen, te herlezen,… Hij bleef hangen bij
Psalm 13
2 Hoe lang nog, HEER, zult u mij vergeten,
Hoe lang nog verbergt u voor mij uw gelaat?
3 Hoe lang nog wordt mijn ziel gekweld door zorgen
en mijn hart door verdriet overstelpt, dag aan dag?
Hoe lang nog houdt mijn vijand de overhand?
4 Zie mij, antwoord mij, HEER, mijn God!
Verlicht mijn ogen, dat ik niet in doodslaap wegzink.
5 Laat mijn vijand niet roepen: ‘Ik heb hem verslagen,’
mijn belagers niet juichen omdat ik bezwijk.
6 Ik vertrouw op uw liefde:
mijn hart zal juichen omdat u redding brengt,
ik zal zingen voor de HEER, hij heeft mij geholpen.
Een psalm die zijn zoeken, zijn vragen vertolkt…
en in hem het vertrouwen liet rijpen, steeds opnieuw,
en groeide tot gebed, overgave…
We horen Roger weer zingen…
Laten we meezingen, zijn gebed versterken. Misschien is het ook jouw gebed.
Met deze gebedservaring staat Roger, sta jij, staan wij niet alleen.
Bij de voorstelling van zijn jongste boekt vertelt Kardinaal De Kesel hoe hij gehecht is geraakt aan de psalmen. ‘Ik bid natuurlijk dagelijks mijn getijdengebed en de woorden van de psalmen las ik voorheen ook al enkele malen per dag. Maar nu was ik in nood. ‘Waarom houdt Gij u doof?’, ‘Wacht niet langer’, staat er dan ineens. En ik begon dat te onderstrepen met een potloodje in mijn brevier. Op den duur ben ik maar gestopt met onderstrepingen, want het werden er zo veel.’
Bij de start van de 40-dagentijd getuigde Kardinaal De Kesel in de krant, in Pastoralia, wellicht ook nog elders, hoe hij tijdens zijn ziekte het getijdengebed herontdekt heeft, als een bron van grote troost.
zr. Lea