Over dieren gesproken…
“Dieren gelijken op hun baasje” en misschien mogen we wel zeggen dat veel baasjes op hun diertjes lijken. Soms zegt men dat dieren een invloed hebben op mensen.
Op 6 oktober 2019 vindt weer een ontmoeting plaats rond 16.30 u voor mensen met honden, katten, fretten, konijn, hamster, kanarie, ezel.. op het Vossenplein (rommelmarkt) in Brussel. Deze ontmoeting valt steeds op de zondag het dichtst bij het feest van Franciscus van Assisi (4 oktober), naar een aloude traditie bij de kapucijnen in de Marollen.
In 1999 riepen de Verenigde Naties, onder impuls van heel wat Nobelprijswinnaars voor de vrede, de afgelopen 10 jaar uit tot ‘Internationaal decennium voor de Cultuur van Vrede en Geweldloosheid’. Overal ter wereld zijn tal van initiatieven genomen. Met de term ‘Cultuur van de Vrede’ beklemtoont men dat vrede méér is dan de afwezigheid van oorlog. Het gaat vooral over ‘Positieve Vrede’. Daaronder verstaan we het respecteren van universele mensenrechten en het respect voor de waarde van elk mens. Samen kunnen we kiezen voor een cultuur van vrede. Respect voor de Schepping is ondertussen van Levens-Belang geworden. Zie de artikels van de eco-kerk, de bisschoppen, de encycliek van Paus Franciscus: ‘Laudato Si’
Zorg voor de schepping heeft ook voor vele mensen de betekenis van “Werelddierendag” gekregen. Aan het eind van de 19° eeuw en het begin van de 20° eeuw begon men voor het eerst dierenwelzijn in vraag te stellen. Het dier werd niet meer louter aanzien als een machine, als een ‘eigendom’. Overal ter wereld ontstonden verenigingen ter bescherming van het dier. De rol van dieren in het verloop van de Eerste Wereldoorlog (voornamelijk honden, die werden ingezet in de loopgraven) speelde een grote rol in deze evolutie. In 1925 ontstond het “Blauwe Kruis van België”, de eerste Belgische dierenbeschermingsorganisatie. In 1929 werd in Wenen, op het internationaal congres voor dierenbescherming, 4 oktober uitgeroepen tot Werelddierendag. Die datum werd gekozen omdat het de feestdag is van de heilige Franciscus van Assisi. Volgens de legende kon hij met dieren spreken en preken. Hij zou de eerste zijn die een kerststal met levende dieren opstelde bij de viering van Kerstmis.
Waarom mensen dit doen?
Het is een ontmoeting met mensen die net als zij houden van dieren. Vaak is zo’n dier dan ook (nog) voor veel mensen het enige wat ze hebben, een soort familielid. Het is een enig gezelschap die hen uit de eenzaamheid tilt. Vaak is het een dier dat verloren was. Vaak ook spreken ze over de omstandigheden waarin ze dit dier gekregen of gevonden hebben. Het dier werd uit het onthaal gehaald. Ook heel vaak vertelt men over de leeftijd van het dier en of daar nog een zegen kan worden over uitgesproken, want het dier is voor hen ècht een zegen.
Zegenen komt van “benedicere”: “het goede zeggen”, in Godsnaam het goede toewensen. Franciscus vroeg zijn broeders “Vrede en alle goeds” toe te wensen en overal waar ze kwamen de boodschap “vrede zij dit huis” uit te spreken, net zoals Jezus zijn apostelen opdroeg te doen.
Eigenlijk heb ik mijn nieuwe buurt leren kennen met een verloren poes met een mooi blauw halsbandje. Het beestje blijft me maar aanklampen, dag en nacht, het heeft zich hier gesetteld. Gans de buurt, via de straatveger, de buurvrouw, de kruidenierszaak, de kinderen zijn op zoek naar het baasje van het verloren diertje dat aan de mensen gehecht is. Zo leerden we elkaar kennen !
Heel vaak gaan de kennismakingsgesprekken over de aard van het diertje: Is het nen èchten, een rasbeest of een “zinneke” ? Het is een braaf beest of een schoon beest, maar altijd moeders mooiste! Zelfs al kan het dier zich nog met moeite voortslepen, het blijft een lieve kleine sloeber die de overleden echtgenoot nog gekend heeft en zoveel mooie en minder mooie momenten heeft gekend. Het is een jaarlijks hoogfeest voor jong en oud, mens èn dier !
Walbert