Na de campagne van vorig jaar weten we dat het recht op wonen vooral een fictief recht is. Er zijn sociale woningen, maar veel te weinig. Er zijn huursubsidies, maar veel te weinig. Dat gebrek aan goede, betaalbare woningen maakt dat het drummen is op de woonmarkt. Schaarste betekent concurrentie, en concurrentie zorgt voor uitsluiting en discriminatie.
Daar zoomen we met deze campagne op in. Op die moeilijke weg, een weg met drempels en obstakels. Drempels rond moeilijke toewijzingsregels en weinig flexibiliteit in sociaal wonen. Discriminatie, waardoor mensen geen kans maken op een woning. Uitsluiting van mensen die geen vaste verblijfplaats hebben en dus dak- of thuisloos zijn. De uitsluiting is soms heel actief en bewust, letterlijk de deur in iemands’ gezicht slaan.
Dat keer op keer meemaken, maakt moedeloos, is onleefbaar!
Ook de woningen waar mensen dan wel in terecht komen, als slachtoffers van huisjesmelkers, zijn onleefbaar. Uit huis gezet worden met vier kinderen? Onleefbaar! Keer op keer smoesjes horen van zodra je familienaam valt of ze je huidskleur zien? Onleefbaar! Geen plaats in de nachtopvang en dan maar op straat moeten slapen? Onleefbaar! Een sociale woning niet kunnen weigeren, ook als de kinderen dan een uur te voet naar school moeten? Onleefbaar!