Op de vrijdag na het feest van Sacramentsdag viert de Kerk het Heilig Hart van Jezus. In ons land werd dat feest steevast verbonden met de Nationale Basiliek in Koekelberg. In dat weekend werd ook de vaste collecte ten voordele van de Basiliek georganiseerd. Die collecte gebeurt nu in de maand september.
Bloed en water die vloeien uit de doorboorde zijde van Jezus aan het kruis, zijn voor zijn leerlingen een bron van leven. Johannes getuigt het plechtig. Hij heeft gezien, en hij heeft geloofd, en hij getuigt ervan opdat ook wij zouden geloven.
Waarschijnlijk herinnert de evangelist zich hierbij het moment waarop Grieken die voor het Paasfeest naar Jeruzalem gekomen waren, vroegen om "Jezus te zien" (Johannes 12, 21).
Nu is de tijd gekomen om te zien, om met geloof het paasmysterie van Christus te schouwen, vanuit het brandpunt van zijn uitstraling: de menselijkheid van Jezus, Zoon van God, die de liefde heeft geopenbaard die zijn Vader ons toedraagt.
Voor Johannes die zijn hoofd liet rusten op het hart van Jezus, betekent het bloed, uit liefde vergoten, bron van heil. De band met de eucharistie spreekt voor zich. Het water duidt op het doopsel in de Geest, dat zijn helende kracht onttrekt aan het kruis. God heeft Israël bemind sinds zijn jeugd, en om het te verlossen uit Egypte en andere slavernijen, heeft Hij zijn Zoon geroepen. Op Calvarie nadat Jezus de Geest heeft gegeven, op het zelfde uur dat men in de tempel de paaslammeren slacht, openbaart Jezus’ geopende hart ons hoe de liefde de pijn voortbrengt, en de pijn de liefde. Op het einde van de dag valt ons een onmetelijke goedheid uit de hemel toe. De Kerk, moeder van de levenden, ontspringt aan het hart van de nieuwe Adam.
Dit is "de volvoering van het geheim dat van eeuwigheid in God verborgen was," zegt Paulus in zijn brief aan de christenen van Efeze. Ieder van ons is geboren uit de passie van een God die bemint ten dode toe. Hoe zouden wij ons dan niet op onze beurt buigen naar de ene levensbron en er met vreugde het heil putten? Dit heil doet ons God en onze broeders beminnen met het hart van Christus, en het laat ons vastberaden binnentreden in het persoonlijk drama, dat het Lam Gods hier beneden heeft doorleefd, en dat Hij blijft beleven in zijn Kerk tot het einde der tijden.
Hans Demoen, pastor