In deze donkere tijden zoeken we naar licht in de duisternis, toekomst vanuit een lange tunnel.
at is ons toekomstvisioen en dat van de kinderen?
Ik denk dat er nooit zoveel kaarsen werden verkocht, vuurwerk wordt geweerd in de samenleving.
We zoeken naar licht, uitzicht, wat écht de moeite waard is.
De cadeautjes, de overvloedige maaltijden, de hele handel, de vele lichtjes en kaarsjes;
e zijn ondergeschikt aan de komst van de ‘Gezalfde’, de Langverwachte, de ‘Messias’...
de komst van ‘het Licht’ waarvan Johannes getuigt.
Hij die zich steeds weer openbaart in de nood van mensen om ons heen,
aandacht voor al wie in onze samenleving uit de boot vallen, mensen die niet meetellen.
Sommigen menen het te hebben gevonden, teruggevonden soberheid en eenvoud uit onze jeugd;
heel wat mensen beleefden oorlog en geweld allerlei.
Bezorgde mensen nodigen ons uit tot een kleine en fijne Kerst.
Kerstmis vieren is namelijk altijd een vluchtelingenverhaal,
de herinnering aan een kind dat geboren wordt bij vluchtende mensen,
mensen voor wie geen plaats is in de herberg,
achtervolgd door mensen die willen weten of dit de Komende is.
De bange Herodes die zijn gezanten uitzendt, maar de drie wijzen uit het oosten weten wel beter.
Op bezoek bij een zieke man die me op het hart drukt: “Vergeet nooit het visioen in je leven!!”
Gaan we opnieuw geloven en vertellen, het visioen van de profeet Jesaja:
“De geest van de Heer God rust op mij, want de Heer heeft mij gezalfd.
Hij heeft mij gezonden om de armen het blijde nieuws te brengen,
om gebroken harten te verbinden, om de gevangenen vrijlating te melden,
en de geketenden de terugkeer naar het licht; om het genadejaar van de Heer te melden”.
Jesaja, 61,1-2a
De Joden hadden uit Jeruzalem priesters en Levieten op Johannes de Doper afgestuurd met de vraag:
“Wie bent u? Wat hebben we van u te verwachten?"
Ze drongen verder bij Johannes de Doper aan:
“Waarom doopt u? Bent u soms de profeet?', de ‘nieuw Elia?”
“Ik doop in naam van de Messias,
Jullie herkennen Hem niet want Hij staat al in uw midden!
Hij die na mij komt, ik ben niet waard zijn schoenriem los te maken”
Johannes 1,6-8,19-28
Om terug te keren naar de essentie van een leven als Christen
laten we ons inspireren door de 2de lezing:
“Wees altijd verheugd. Bid zonder ophouden. Dank God voor alles.
Dit verlangt God van u in Christus Jezus.
Blus de Geest niet uit, kleineer de profetische gaven niet, keur alles, behoud het goede.
Houd u ver van alle soort kwaad.
De God van de vrede, moge Hij u heiligen, geheel en al;
moge u volkomen, naar geest, ziel en lichaam, ongerept bewaard blijven
tot de komst van onze Heer Jezus Christus.
Die u roept is getrouw: Hij zal zijn woord houden.
1 Tessalonicenzen 5,16-24
Walbert, pastor,
De lezingen vind je op p. 14 in Kerk&Leven nr. 50