Waarom hij deze laatste weken meermaals in mijn gedachten opdook is me nog altijd een raadsel. Maar ik schrok toen de aankondiging van zijn overlijden plots op het schermpje verscheen. De onverwachte tijding vermeldde enkel het tijdstip van de begrafenis, de afdeling van het bedrijf waar wij samen actief waren en tussen haakjes.. zijn leeftijd. Wij waren dus precies even oud. Wanneer het professionele leven al geruime tijd achter ons ligt, is onze verhouding tot deze periode dubbelzinnig. De algemene stijging van de levensverwachting daar gelaten, wordt hiermede doorgaans veruit onze langste levensfase afgesloten. Het wegvallen van het dagelijks weerkerende stramien, een hoge werkdruk tegelijk met een verminderde fysieke en mentale veerkracht kunnen in een eerste stadium bevrijdend aanvoelen. Buiten het strikt professionele aspect is er echter meer aan de hand: mensen met wie we jarenlang omgang hadden, verdwijnen plots volledig uit beeld. Bijwijlen nochtans komen sommige figuren ons opnieuw voor de geest naar aanleiding van een of andere gebeurtenis. Zoals.. een doodsbericht. In de imposante ruimte van het vroegmiddeleeuwse kerkgebouw dwaalden mijn gedachten af naar de gewaardeerde overleden medewerker. Hij was uiteindelijk bezweken aan de aanslepende verwikkelingen na een fietsongeval 2 jaar geleden. Nutteloze spijt om een onmogelijk weerzien vertroebelde mijn geest terwijl onvermijdelijk in mij het verlangen opkwam naar een ultiem virtueel gesprek. Hij was psycholoog van opleiding en zou mijn wens beslist au sérieux genomen hebben. Naïefweg beeldde ik me in hem te kunnen vragen wathij het belangrijkste vond in zijn leven; waarvan hij het meeste spijt had, wie hij nog graag had ontmoet,welke dromen hij nog koesterde...? Vruchteloze bedenkingen, ik weet het, maar ik kon het niet laten. Voorgoed voorbij. Ieder moet deze vragen voor zichzelf beantwoorden. Zou enige vrijblijvende ‘goede raad’ van ‘ervaringsdeskundigen’ echter niet welkom kunnen zijn? Met het risico dat sommige antwoorden ons pijnlijk doen beseffen dat we ‘verkeerd bezig (geweest) zijn’..? Tussen de uitgebreide emotionele lofbetuigingen aan zijn adres door vernam ik onverwachts dat mijn collega zich jarenlang bezighield met de opvang van alleenstaande jonge migranten. “Meer dan eenswerd hij ’s nachts opgebeld en trok hij naar Zeebrugge waar illegale vluchtelingen werdenonderschept.” Op zijn minst een niet alledaagse openbaring. In deze hartverwarmende, traditionele kerkelijke uitvaartceremonie kwam de Bijbelse uitdrukking “Wat gij aan de minsten derMijnen hebt gedaan, hebt gij aan Mij gedaan” volledig tot haar recht. Maar misschien was het deze nuchtere maar vredelievende persoon helemaal niet te doen om ‘zijn hemel te verdienen’? Gewoon: zijn eigen bestaanszin verwezenlijken door zich belangeloos in te zetten voor noodlijdenden? Ik had het hem graag zélf horen vertellen. Het blijft een Mysterie. En zoals elk mysterie wordt dit -voor ieder van ons- slechts opgeklaard helemaal… op het Einde.