Het evangelie volgens Lucas, of het eerste boek van Lucas | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken

Pastorale Eenheid Zuid

  • Startpagina
  • Contacten
  • Kerken & vieringen
  • Zoeken
  • Meer
    • Kerken & vieringen
    • Zoeken
    • Contacten en visie Eucharistievieringen en gebed Scharniermomenten en sacramenten Geloofsverdieping Zorg voor mensen - Verbondenheid Kerk en Leven Nuttige adressen en links Kalender Info initiatie in het geloof Organisaties en bewegingen

Het evangelie volgens Lucas, of het eerste boek van Lucas

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op donderdag 10 februari 2022 - 10:22
Afdrukken

We zijn ondertussen aangekomen in het liturgische C-jaar, dat betekent het jaar dat op zondag meestal uit het evangelie van Lucas wordt gelezen, met uitzondering van de paastijd en feesten en nog een aantal andere zondagen.  In het A-jaar wordt het evangelie van Mattheus gevolgd, en in het B-jaar wordt uit het oudste en kortste evangelie geput, namelijk dat van Marcus.  Maar hoe moeten we naar Lucas luisteren, wat is zijn achtergrond?

Het derde evangelie wordt door de kerkelijke traditie toegeschreven aan Lucas,
de trouwe gezel van Paulus en de geliefde arts, afkomstig in Syrië.
De traditie baseert zich op de vermelding van Lucas in sommige brieven van Paulus (Filemon 24, Kolossenzen 4: 14, 2 Timoteüs 4: 11), en in de zogenaamde ‘wij-passages’ in de Handelingen, het tweede boek van Lucas, zoals hij in zijn inleiding schrijft.
Dit evangelie is echter anoniem overgeleverd.  De titel ‘volgens Lucas’ is later toegevoegd. Bijbelwetenschappers proberen op grond van het geschrift een beeld te krijgen van de schrijver.  Op basis van studie van taal en stijl wordt algemeen geaccepteerd dat dit evangelie en het boek Handelingen door dezelfde auteur zijn geschreven.

Deze ‘Lucas’ heeft een Griekse hellenistische achtergrond:
zijn Grieks is verzorgd en vaak probeert hij Joodse gegevens uit te leggen voor een veeleer hellenistisch publiek.  Sommige Joodse gebruiken lijkt hij niet zo goed te kennen en ook zijn kennis van het land is niet erg precies.  Wel heeft hij een verbazingwekkend inzicht in het Oude Testament, dat hij kent in de Griekse vertaling, de ‘Septuaginta’.  Hij houdt van de Bijbelse taal, want hij imiteert vaak het specifieke Grieks van de Septuaginta.

Lucas voelde zich dus zowel in de hellenistische als in de Joodse cultuur thuis.
Daarom is het moeilijk om te bepalen of hij een Griek, een heiden, dan wel een Jood was.  Wel weten we dat hij tot de tweede of misschien derde generatie christenen behoorde.  In de inleiding van het evangelie zegt hij duidelijk dat hij zelf geen ooggetuige van Jezus’ leven is en dat hij zijn geschrift baseert op de traditie die hem voorafgaat.
Veel exegeten denken dat Lucas gebruik heeft gemaakt van drie bronnen: het Marcusevangelie, dat het eerste en oudste is, een bron met voornamelijk uitspraken van Jezus die Q (van het Duitse Quelle) wordt genoemd, en allerlei eigen tradities, die alleen in het Lucasevangelie terecht gekomen zijn.

Lucas schreef hoogstwaarschijnlijk voor christenen met een niet-Joodse achtergrond.
Lucas doet immers zijn best om Joodse elementen uit te leggen, en bovendien vertoont zijn evangelie tekenen van een universalistisch christendom, dat zich openstelt voor alle mensen.
Aangezien Lucas een christen van de tweede of de derde generatie was, het Marcusevangelie kende en weet had van de val van Jeruzalem in 70 na Christus, is het evangelie waarschijnlijk geschreven omstreeks het jaar 80 na Christus.  Waar het tot stand kwam, is onduidelijk: het kan op elke plaats in de hellenistische wereld geschreven zijn.

Het thema in het evangelie volgens Lucas

Lucas schrijft zijn evangelie vanuit de overtuiging dat Jezus van Nazareth de gezalfde van God is, de Messias of Christus.

Hij wil hiervan getuigen om te overtuigen.  In de inleiding van zijn evangelie richt hij zich tot Teofilus, die hij wil ‘overtuigen van de zaken waarin u onderricht bent’ (1, 4).
Die vriend kan een bestaand persoon zijn, maar het kan ook op ons slaan, want de naam betekent ‘vriend van God’.

Lucas schrijft met bijzondere aandacht voor de geschiedenis, die hij in zijn twee boeken bewust presenteert als ‘heilsgeschiedenis’: een gelovige kijk op de geschiedenis van Jezus (het evangelie) en de vroege kerk (Handelingen).
In dit dubbelwerk kan men drie periodes onderscheiden.  De eerste is die van Israël vanaf de schepping tot en met Johannes de Doper.  De tweede periode is de unieke, zegenrijke tijd van Jezus’ optreden, van zijn doop tot zijn hemelvaart.  De derde periode is die van de kerk, waarvan de Handelingen het begin beschrijven.
Het verhaal over Jezus’ geboorte en de kinderjaren in de eerste twee hoofdstukken vormt als het ware de overgang tussen de eerste en de tweede periode, en kijkt al vooruit naar het einde van het dubbelwerk: in Lucas 2, 30 en Handelingen 28, 28 is telkens sprake van de redding door Jezus Christus, zoals ook bij het optreden van Johannes de Doper overigens.

In het Lucasevangelie staat Jezus als de Christus of Messias centraal.
Lucas tekent hem als profeet, barmhartige genezer, gezaghebbende leraar en naar het einde toe ook als koning.  Hij past op Jezus alle messiaanse titels toe die hij uit de traditie kent:  Messias of Christus (wat betekent: gezalfde), Mensenzoon (een eschatologische titel), zoon van God en Heer (Kurios in het Grieks, een titel die aan God toekomt).

Jezus’ godsbeeld wordt trouw weergegeven:

God is de barmhartige Vader waarover Jezus vaak vertelt in parabels en tot wie Hij zijn leerlingen leert bidden.  Jezus verkondigt het koninkrijk van God: Gods liefdevolle heerschappij vanaf het einde der tijden, die echter nu al in Jezus’ optreden ‘binnen uw bereik is’.  Daarom is Gods heilige Geest werkzaam.
Lucas noemt de heilige Geest vaker dan de andere evangelisten.  Zo is de Geest vaardig over Johannes de Doper, Maria, Elisabeth, de oude Simeon en over Jezus zelf.  Bovendien belooft Jezus aan zijn leerlingen dat de Vader de Geest schenkt aan wie Hem erom vragen.
Zoals alle nieuwtestamentische auteurs is Lucas ervan overtuigd dat Jezus ‘de Schriften’ heeft vervuld (hij bedoelt hier de teksten die tot de joodse Bijbel worden gerekend).  Dat wordt duidelijk uitgedrukt in Lucas’ verhaal van de Emmaüsgangers, dat ook in het eucharistisch gebed XI is overgenomen.  Bovendien ziet Lucas al in Jezus’ leven een universalisme ontluiken, een openheid voor niet-Joden zoals de Samaritanen.  Ook uit Jezus’ programma in Lucas 4, 16-30 blijkt openheid voor de heidenen.

Lucas heeft het in zijn vertelling over Jezus ook zijn eigen kerkgemeenschap op het oog.
Een aantal thema’s is hem dierbaar.  Zo beklemtoont hij het belang van het gebed en is Jezus het voorbeeld van de biddende mens.  Ook gastvrijheid en tafelgemeenschap zijn thema’s die typisch zijn voor Lucas.  Jezus is vaak de reizende gast die tijdens een maaltijd wijze woorden spreekt, zoals de Griekse filosofen dat deden.  Uiteindelijk wordt Jezus zelf tijdens het laatste avondmaal en bij de verschijningen na zijn opstanding de gastheer die zijn leerlingen aan tafel uitnodigt.

Overigens horen bij Lucas ook meerdere vrouwen tot de groep van leerlingen.
Die vrouwvriendelijkheid in dit evangelie heeft ongetwijfeld te maken met de situatie van de kerk ten tijde van Lucas, waarin vrouwen een voorname rol speelden.  Maar het heeft ook te maken met concrete herinneringen aan Jezus uit de traditie.
Daarnaast is Jezus bezorgd over de manier waarop christenen omgaan met geld en bezit.  Hij ziet in rijkdom een gevaar voor de authenticiteit van het geloof, maar tegelijk is hij realistisch genoeg om te beseffen dat de kerk niet zonder bezittingen kan leven.  Die problematiek komt in de Handelingen terug.

Opbouw:
Lucas houdt van structuur?  Dit blijkt uit de geografische opbouw van het evangelie en de Handelingen.  Volgens hem begint het evangelie in Nazareth in Galilea, waar Maria de boodschap van de engel ontvangt.  Jezus’ optreden blijft in de eerste fase beperkt tot Galilea.  Vanaf 9, 51 gaat Jezus ‘vastberaden op weg naar Jeruzalem’, en zo trekt Hij door Samaria.  Het grote reisverhaal eindigt in 19, 28.
Vanaf 19, 29 beschrijft Lucas Jezus’ optreden in de tempel in Jeruzalem en de gebeurtenissen van lijden, dood, opstanding of verrijzenis en hemelvaart.  
In de Handelingen neemt hij de draad weer op bij de hemelvaart en schetst hij vervolgens het ontstaan van de kerk vanaf Jeruzalem tot Rome, het centrum van de toenmalige wereld.

Hans, pastor

Gepubliceerd door

Pastorale Eenheid Zuid

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht
Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook