Ignatius van Loyola werd geboren in 1491 in het kasteel van Loyola in het noorden van Spanje, als dertiende kind in een Baskische adellijke familie. Hij werd al jong wees en, zoals gebruikelijk in zijn milieu, werd hij als schildknaap naar verschillende Spaanse hoven gezonden. Hij deed er ervaring op als militair, diplomaat en bestuurder. Ignatius ontpopte zich tot een charismatische, ambitieuze en getalenteerde jonge man. Niet zo direct een vrome koorknaap te noemen.
Het begint allemaal met een kanonskogel. Op 20 mei 1521 komt er abrupt een einde aan zijn ridderlijke leven. In de strijd om Pamplona wordt hij door een kanonskogel zeer zwaar gewond aan beide benen. Samen met hen valt de stad. Maar omdat hij niet zomaar uit de eerste de beste familie komt, werd hij niet ter plaatse afgemaakt, maar op een draagberrie naar het kasteel van Loyola gebracht, om daar een rustige dood te kunnen sterven.
In plaats van een snelle dood te sterven blijft hij zeker een jaar aan zijn ziekbed gekluisterd. Dit alles met een radicale bekering op de koop toe. Hij is op dat ogenblik amper 30 jaar (de levensverwachting voor een man was toen amper 36 jaar). Hij heeft vrouw noch gezin, en als jongste zoon heeft hij niets geërfd, zijn gezondheid ligt aan diggelen en daardoor natuurlijk ook zijn loopbaan.
Je kan bijna zeggen dat de vraag “Wat moet ik doen met mijn verdere leven” de oorsprong is van de ignatiaanse spiritualiteit. En stap voor stap ontdekt hij op zijn ziekbed de fundamenten van een spiritualiteit die het hem mogelijk zal maken om op die vraag een antwoord te vinden.
Ignatius is een dromer. Soms droomt hij over zijn turbulente leven van wereldse ambitieuze rokkenjager. Hij vindt dat best wel fijn. Maar op een ander moment wordt zijn verbeelding in een heel andere richting geduwd. Hij leest heel wat bloemlezingen uit het evangelie, heiligenschriften en andere vrome boeken. Als hij hierin wat heeft gelezen, gaat hij zich voorstellen dat hij zal leven zoals Jezus of de heiligen. Ook bij deze dromen voelt hij zich heerlijk. Net als bij zijn wereldse dromen geeft dit vooruitzicht een heel aangenaam gevoel. Pas na verloop van tijd komt hij tot inzicht dat de beide gedachten toch iets verschillend teweegbrengen in zijn hart.
Na heel veel nadenken, en ja, ook dromen, komt beetje bij beetje het idee om zijn leven te enten op dat van Jezus, en dat geeft hem een enorme vreugde. Die vreugde zal blijven duren en is niet een droom met een verlengstuk. Hij, de grote levensgenieter, komt tot het inzicht dat de navolging van Jezus een veel grotere weg is naar vreugde dan een werelds leven.
De bekering van Ignatius is niet verlopen zoals ik het hier in enkele regels probeer te duiden. Neen, het was een langzaam en moeilijk proces.
Na vele maanden van bedlegerig zijn beleeft Ignatius een heel intense godservaring, de nabijheid van God, meer in het bijzonder de verbondenheid met Jezus en die zal de rest van zijn leven blijven duren. Het is een magisch gebeuren. Wil dat de hele persoon doordringen en omvatten, dan zijn daar strijd en tijd voor nodig, en ja ook bij Ignatius.
Wat wil ik doen met mijn leven ?
Een vraag die velen onder ons zich misschien stellen. Ignatius had een grote onderscheidingskunst, een grote verbondenheid met Jezus.
Verschillende vormen van ignatiaans gebed worden ons aangeboden.
Een heel typische vorm is het levensgebed. Een gebed uit 3 delen. Samengevat kunnen we het noemen: “dank, sorry, alstublieft”.
Dankend terugkijkend op de voorbije tijd en de dingen die je troost hebben gegeven. Ons hele leven zit vol met kleine ‘banale’ gebeurtenissen. Als je daarin Gods aanwezigheid leertonderscheiden, dan zit je op een gouden spoor dat zich dagelijks en voortdurend aanbiedt. Dankbaarheid maakt ook nederig.
Pas nadat we in de houding van dankbaarheid gegroeid zijn, wordt het zinvol om sorry te zeggen. Dankbaarheid en vertrouwen maken ons ook van bewust dat er schaduwzijden zijn in ons leven.
Dingen die ons boos maken, die ons verdrietig maken. Als we hiervoor ook berouw kunnen tonen, geeft dat ons een diepe vrijheid.
Alstublieft is dan een laatste deel van ons levensgebed. We staan nu met beide voeten meer op de grond.
Danken gaf ons bewustheid van Gods aanwezigheid in ons leven.
Vragen om vergeving maakt ons bewust van zijn afwezigheid.
Alstublieft heeft dan een dubbele betekenis: welke voornemens maak je, wat bied je aan, wat komt er bovendrijven of, God vragen om hulp. Want een mens is zwak en sterk. Stapje voor stapje ga je vooruit, zo is het, en zeker in het geestelijk leven.
Op 20 mei vierden we 500 jaar bekering van Ignatius. In dit stukje heb ik proberen samen te vatten wie Ignatius was, maar vooral wat zijn spiritualiteit voor ons kan betekenen.
Ik ging er zelf een jaar mee aan de slag, heftig, ja, maar de ontdekking was groot.
David Vanderwegen