Ernest Claes kwam er verpozen, Pieter van der Meer de Walcheren vond het een oord van bezinning, Henri Quittelier vereeuwigde ze in zijn pentekeningen en schilderijen, Albin De Smedt werd erdoor betoverd en zette ze meermaals op doek, menig kunst- en cultuurminnaars raakten in de ban van dit énige kleinood: de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ter Nood, beter bekend als de kapel van Stalle.
Geschiedenis
Documenten vermelden 1369 als de datum waar op gronden van de Heren van Stalle een kapel werd gesticht. Doch reeds voordien, vermoedelijk in de 12 de eeuw, bestond er op dezelfde plek een bedevaartsoord.
De kapel met basiliekvormig grondplan werd gebouwd in zandsteen uit de nabije omgeving. Algemeen wordt aangenomen dat ze dateert uit de tweede helft van de 15e eeuw. De stijl is duidelijk gotisch. Ze onderging op het einde van de 17 de eeuw een paar verbouwingen zoals het dichtmetselen van het grootste venster van het koor. Ook kregen de hoofdbeuk en het koor een plat plafond in stuc, en werd er een nieuwe tegelvloer gelegd in het koor. Het barokke meubilair dateert ook uit die tijd. Het grotendeels bakstenen huis van de koster, dat tegen de zuidelijke zijbeuk is aangebouwd, dateert uit 1711/12. In 1932-33 werden nogmaals restauratiewerken uitgevoerd. De kapel is sinds 1938 beschermd als monument. In 1990-1991 werd de kapel volledig gerestaureerd naar aanleiding van de vernieuwing van de drukke Stallestraat.
Architecturaal is de kapel uiterst waardevol.
Er zijn tegen het schip twee lage zijbeuken aangebouwd. Het buitenlicht straalt binnen langs oculi op twee niveaus. Boven het leistenen dak steekt een zeshoekige dakruiter uit, waarin de klokken hangen.In de rechtermuur van het schip kan men een spleet ontwaren, waarlangs naar verluidt melaatsen de mis konden volgen. (ook zij moesten destijds al de ‘social distancing’ respecteren en dus buiten blijven).
In de kapel vallen er nog mooie kunstschatten te bewonderen zoals een fraai beeld van Sint-Anna-ten-Drieën. Bij het 17e-eeuwse altaar staat er een beeld van het Kind Jezus Zaligmaker. Voorts is er een beeld van de heilige Rochus, dat uit dezelfde periode stamt. De communiebank is in rococostijl.
In de westgevel is een spitsraam aangebracht en een beeld van Maria met kind uit de vroege 18 de eeuw met de Nederlandse inscriptie “Onze-Lieve-Vrouw der Nood”. Ook prijkt op de ingangsdeur een bord met de vermelding: “Langs dezen weg zet geenen voet of zegt Maria wees gegroet”.
Elke zondag om 10.00 uur vindt in deze kapel een zondagliturgie in oosterse-katholieke ritus plaats,gecelebreerd door de Gemeenschap van Sint-Jan-de-Voorloper.
En elke eerste vrijdag van de maand op juli en augustus na, wordt om 10.00 uur een Nederlandstalige eucharistie gevierd.
Leo Camerlynck
In deze uitzonderlijke tijd van lockdown zijn alle vieringen en gebedsmomenten opgeschort, maar we hopen om weldra met de jarenlange traditie van eerstevrijdag-vieringen terug te kunnen starten