Op Aswoensdag begint de veertigdagentijd, de tijd van voorbereiding op Pasen. Wij worden met as getekend en opgeroepen ons in te keren en boete te doen, opdat we werkelijk nieuwe mensen worden. As is een teken van vergankelijkheid. Van stof zijn wij gemaakt en tot stof zullen wij terugkeren. Maar as is ook een teken van hoop en belofte. As is vruchtbaar, ze voedt nieuw leven.
Dat deze Aswoensdag voor ons allen een nieuw begin mag markeren: het begin van een andere tijd, een tijd van verdieping, bezinning en inkeer, het begin van een ander en een nieuw leven.
Vasten, tijd van luxe.
Een jaarlijks cadeau,
veertig dagen wellness.
Herstel van harmonie
met jezelf,
met anderen,
met de natuur,
met God.
Een stiltegebied afbakenen,
een lege cirkel vol ruimte
en tijd, tijd, tijd.
Ballast overboord gooien.
Gaan van ‘teveel’ naar ‘genoeg’
en merken dat daar het feest begint.
Ontsnappingsroutes vinden,
weg van de terreur
van presteren, concurreren, consumeren.
Proeven van de vrijheid die onze roeping is.
Mensen ontmoeten uit Noord en Zuid.
Trekken naar goed land,
waar leven en toekomst is
voor alle volkeren, onszelf inbegrepen
En vieren, in de paasnacht
dat dit altijd opnieuw gebeurt:
opstanding tot leven.
En daar de belofte herhalen,
tweeduizend jaar oud:
‘Ik beloof mij ten allen tijde te verzetten,
tegen kwaad en onrecht
om in vrijheid te leven
als volk van God.
Karel Malfliet, in Liturgie en Spiritualiteit, BD 2020