Geluk kunnen we alleen maar ontvangen.
Bij de vijfde halte in deze veertigdagentijd, onze quarantaine, gaan we even neerzitten…
De vasten onderhouden is meer dan geboden uitvoeren, op de toppen van onze tenen staan,
méér dan wat minder snoepjes eten, al is dit goed voor onze lichamelijke gezondheid.
Het is afslanken van ons ‘teveel’, open staan om opnieuw te ‘ontvangen’.
Elke mens is op zoek naar zijn bestemming,
naar waarachtig en gelukkig leven, voor zichzelf.
En ‘geluk’ is meer ‘resultaat’ dan wat we zelf ‘maken’
Het valt me op in de Narcis dat je haar hart echt kan bekijken, van onder naar boven.
Dit bolgewas is genoemd naar Narcissus uit de Griekse mythologie,
narcistisch terugplooiend op zichzelf.
Het is goed dat wij op onze zoektocht, dit geluk vanuit een ander ‘perspectief’ te bekijken,
Wat kunnen wij van anderen ‘ontvangen’?
Hoe luisteren we naar hen, en hoe ervaren zij onze bijzondere tijd?
En wat kunnen wij van God ‘ontvangen’?
Tijd om even te rade gaan bij de bijbelse verhalen.
Deze vertellen niet enkel hoe het volk op weg ging,
maar ook hoe God meetrok met zijn volk op hun zoektocht.
En dit is geen verdienste van henzelf, omdat zij het zouden verdienen.
Wel integendeel, dit Verbond hebben zij steeds weer verbroken.
Maar God blijft trouw aan zijn gegeven woord!
De profeet Jeremia spreekt niet van ‘geboden’ die door ons steeds weer nagekomen moeten worden,
maar van een ‘Nieuw Verbond’ dat God met ons aangaat.
Hij grift een nieuwe wet in ons binnenste.
“Dan zal niemand meer zijn medeburger onderrichten,
noch tegen zijn broeder zeggen: “Leer de Heer kennen.''
Want iedereen, groot en klein, kent Mij al - godsspraak van de Heer -
Ik vergeef hun misstappen, Ik denk niet meer aan hun zonden.” - Jeremia 31, 31-35
En… God houdt zich aan zijn woord!
De graankorrel moet sterven…
Jaren terug zag ik een grote affiche met daarop een foto van een boer, zijn ploeg en zijn paard.
Een beeld dat we vanouds kennen.
Daaronder stond de volgende tekst:
“De graankorrel ziet nooit de oogst,
Maar hij gelooft erin…”
Inderdaad, wij kunnen zaaien of zelf zaad zijn, maar het resultaat zullen we wellicht nooit zien.
De oogst is waarop wij hopen en waarin wij geloven.
Tijdens een gesprek laat Jezus zich het volgende ontvallen:
“Waarachtig, Ik verzeker jullie: als een graankorrel niet in de akkergrond sterft,
blijft hij onvruchtbaar.
Maar hij moet sterven, alleen dan brengt hij rijke vruchten voort”.
Hoe dikwijls gebruiken we deze tekst in een afscheidsviering?
Wat heeft die oma of opa niet gedaan voor ons allen?
Wat betekenden zij voor ons, de anderen…
en hoe rest ons de dankbaarheid om dit rijke leven,
de vruchten zijn zichtbaar, tastbaar, onverwacht veelvoudig.
De graankorrel moest eerst vergaan om helemaal op te gaan in de nieuwe oogst.
Leven ‘behouden’ of ‘prijsgeven”…
We ontmoeten ook Jezus op zijn weg naar Jeruzalem.
Griekse pelgrims willen hem spreken, vragen het aan Filippus, de apostelen…
Maar Jezus is heel sterk bezig met de paradoxen van het ‘behouden’, ‘vastklampen’ en ‘prijsgeven’:
“Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het;
maar wie zijn leven prijsgeeft in deze wereld,
zal het behouden voor het eeuwige leven.
Dit lijkt mij wel het moeilijkste in het leven, zich niet vastklampen aan zijn leven.
Uiteindelijk gaat het over de vele vragen, over de zin van ‘lijden’ en ‘sterven’.
Waartoe dient het lijden en het sterven? ‘Moeder, waarom leven wij?
de was de titel van het aangrijpende boek van de Vlaamse Schrijver Lode Zielens uit 1932
Uiteindelijk gaat het bij Jezus over ‘Dienen’ met het oog op de erkenning bij de Vader,
maar ook Hem volgen waar hij ook is, Hem dienen als de ‘dienaar’ Jezus.
“Wie Mij wil dienen, zal Mij moeten volgen,
en waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn:
wie Mij dient, zal erkenning vinden bij de Vader”.
Jezus stierf buiten de muren..
En welke Jezus ‘dienen’ wij?’
Hij die recht doet aan de anderen, vooral aan de kleinen en de armen?
‘Als de kerk niet dient, dient zij tot niets’;
dit was de titel van een boek dat tot nadenken stemt.
Jean Gaillot, bisschop van Evreux, was kritisch over de katholieke kerk van Frankrijk, omstreeks 1991.
In de titel schuilt al een hele bezinning voor alle tijden.
Laat de kerk de levensbron van de Heer wel vrijuit stromen zonder te veel leidingen en tapkranen?’
Jezus heeft zijn hele leven lang niets anders gedaan dan afgeweken
en de grootste afwijking maakte Hij door zijn leven te geven.
Zijn familieleden zeiden dat Hij het hoofd was kwijtgeraakt’.
Paus Johannes sprak graag over dit loslaten:
“Ik heb het schip verlaten en ik loop over het water, Christus tegemoet.
Zo moet ook de kerk haar zekerheden loslaten.
Het ontbreekt onze kerk aan een armoede waaraan risico’s zijn verbonden,
uit je comfortzone stappen!
Christus is buiten de muren gestorven,
zoals Hij ook buiten de muren werd geboren…”
Ter bezinning…
‘Doe wat je hart je ingeeft.
Dat klinkt wel mooi maar wat als ik eraan kapot ga?’
vroeg de rechtvaardige aan een graankorrel,
'wie heeft er dan wat aan?'
'Dat zie ik anders.’ zei de graankorrel,
'Mijn hart zegt dat het tijd wordt om te sterven.
Van al mijn broers en zussen uit de korenaar
ben ik nog de enige in leven.
Blijf ik in leven, dan blijf ik alleen.
Maar ga ik dood, dan breng ik - begraven in de grond –
veel vrucht voort
en dan zijn we weer met z’n allen.'
Heel even wist de rechtvaardige weer
dat hij vocht voor de zaak van allen
en dat was genoeg om het uit te houden.
Pater Walbert