Woorden en waarden…
De ‘Tien Geboden’… met een eenvoudig rijmpje kennen we ze van buiten.
Voor velen klinkt dit als tien verboden, iets negatiefs dus.
Die ‘Tien Woorden’ (decaloog=deca logos) -zijn er niet vanzelf gekomen.
Ze zijn ‘onderweg’’ stap voor stap, als ‘stapstenen’ en ‘wegwijzers’’ gegroeid.
Die ‘Stenen Tafelen’’ waren geen ‘Struikelstenen’’.
Ze werden ervaren als ‘voorschriften’’ voor een geneesmiddel; om gezond met God te leven..
En heel wat van die richtlijnen kon je ook reeds vinden bij andere culturen, zoals:
“Ge zult niet doden, niet stelen, liegen…”
Het is moeilijk te begrijpen voor mensen die een exact wetenschappelijk antwoord willen.
Een vloed van vragen van nuchtere jongeren: “Mozes heeft die woorden gekerfd in 2 stenen tafelen of heeft God dit gedaan en aan Mozes afgeleverd? Kon Mozes wel schrijven?...”
Ik probeer het even te situeren: “Ik weet het niet, ik was nog niet geboren; Mozes leerde aan het hof van de Farao misschien wel schrijven?”
Ze begrijpen vanuit hun lessen dat het hiërogliefenschrift slechts met Jean-François Champollion (1790-1832) is ontcijferd.
Het is een verhaal dat eeuwen doorverteld is; de concrete beschrijving doet er weinig toe, wel wat ze, en hoe ze dit beleefden.
Een bevrijdende God…
De ‘richtlijnen’ die Mozes op de berg ontvangt komen van een ‘bevrijdende God’’ die de ellende van zijn volk heeft gezien!
“Ik ben de Heer, uw God die u uit de slavernij heeft bevrijd.”
Hij belooft dat Hij er altijd weer zal zijn, een medestander, een tochtgenoot op hun weg.
Hij heeft het kleine verspreide nomadenvolkje tot één gemeenschap gemaakt, één Godsvolk!
Even die 10 ‘woorden’ als een positief ‘richtsnoer’ als volgt hertalen:
Omdat God onze bondgenoot is die ons uit de onvrijheid haalt
- zullen wij het juk afwerpen van die machten die zich goden wanen,
die het geluk beloven, maar niet geven;
- hoeven we van God geen beeld te maken dat Hem vastlegt, want Hij blijft in gesprek met ons;
- willen we geen oplichterij bedrijven met de naam waarmee we Hem mogen aanspreken;
- kunnen we van tijd tot tijd ons werk laten liggen om het leven te vieren als een godsgeschenk;
- willen we graag luisteren naar wat het voorgeslacht van deze God heeft meegemaakt;
- geven we een ander de levensruimte die we zelf gekregen hebben;
- kunnen we een ander trouw blijven zoals God trouw is aan ons;
- zijn we bereid niet alles voor onszelf te houden, maar te delen;
- zullen we betrouwbaar zijn voor elkaar en elkaar niet omlaag halen met onze woorden;
- hoeven we niet altijd te kijken of we zelf wel genoeg hebben (en liefst meer dan een ander)
en kunnen we ons verheugen in wat ons gegeven is.
En vooral moeten die richtlijnen telkens opnieuw worden toegepast, naar de veranderende omstandigheden:
God roept ons telkens weer op en knaagt aan je geweten.
De agro-industrie in Bolivia beperkt het aantal gecultiveerde gewassen om zo meer winst te maken.
Kleine boeren zijn hier de dupe van. Zij organiseren zich in CENDA, partner van Broederlijk Delen en weigeren te buigen voor die god van het grote geld.
Gemeenschapsregisters van zaaigoed garanderen de veelheid van gewassen en geven kleine boeren hun zelfstandigheid terug.
Ook de natuur is ermee gediend, want diversiteit is het sleutelwoord voor een duurzame toekomst”
uit de Liturgiemap van Broederlijk Delen
Jezus is in alle staten…
In het evangelie van de 3de zondag in de 40-dagentijd (Johannes, 2, 13-25) zien we - die anders zo zachtmoedige Jezus - ineens heilig verontwaardigd worden! Op weg naar Jerusalem treft hij een heel corrupt systeem aan. De tempel is verworden tot een internationale bank. Hogepriesters en opperpriesters houden vast aan hun macht.
Jezus jaagt geldwisselaars en kooplieden de tempel uit. Tegen de duivenverkopers zegt Hij: ‘Weg ermee! Maak van het huis van mijn Vader geen markt!'
Hij wil het oorspronkelijke elan herstellen, terug naar de tien ‘richtingwijzers’, die eeuwenoud be-proef-de ‘Woorden’, een soort ‘Grondwet’ voor gelovigen van alle tijden!
Pater Walbert