Onze wekelijkse samenkomst stond in het teken van Lichtmis. Het begon met een stemmige viering. Twee lichtbronnen van zeven kaarsjes versierden de tafel en het lied ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’ bracht ons onmiddellijk in de juiste sfeer. Na de viering zouden we pannenkoeken eten. Maar er kwam een ander voorstel. Ibrahim had aangeboden om eens voor onze groep te koken. En die avond kon het grootste deel van onze gemeenschap er bij zijn. Het was een lekkere maaltijd. Vlindertjes met balletjes in een heel speciale, een beetje pikante saus, waarin de Palestijnse afkomst van Ibrahim doorsmaakte. Iedereen was opgetogen over zoveel kookkunst. Het was een warme aangename avond.