Vanouds viert de kerk dit geboortefeest. Aan Johannes werd door God de grootse taak toevertrouwd: de wereld voor te bereiden op de komst van haar Heer en Verlosser. Die taak was verre van eenvoudig, maar Johannes heeft ze met de overgave van gans zijn persoon op zich genomen. Toen de Heer zelf gekomen was zou zijn Voorloper verdwijnen, niet echter in een roemloze dood, maar als getuige van de gerechtigheid.
Danken wij God om Johannes de Doper, dat grote voorbeeld van beschikbaarheid voor zijn heilige wil.
Nu we in de periode van volle licht zijn, viert de Kerk de geboorte van Johannes de Doper, die paradoxaal gezien zegt: “Niet ik ben het licht, maar Hij die na mij komt.” Hij, die zes maanden later geboren zal worden, in volle periode van donkerte, maar wel als de dagen al beginnen te lengen. In die periode van donkerte wordt het Licht van de wereld geboren, aangekondigd door de Doper.
In zijn kindsheidevangelie trekt Lucas een nauwe parallel tussen Jezus en Johannes de Doper. In dezelfde geest viert de liturgie hun beider geboortefeest: dat van de Messias op de winterzonnewende en dat van de voorloper op de zomerzonnewende. Dit toont het belang aan dat de liturgie hecht aan de persoon van de Doper.
De bestemming van dit kind is vreemd. Zij is gekenmerkt door een zalige onmogelijkheid zich te hechten aan de aardse dingen: ‘wijn en sterke dranken zal hij niet drinken’. In die strenge ascese kent de Doper nochtans een intense geestelijke vreugde: in de schoot van zijn moeder en op volwassen leeftijd wanneer hij de Messias aanwijst. Zolang hij de Messias niet herkend heeft, zal hij ‘de stem zijn van iemand die roept in de woestijn’, de plaats waar de geestelijke strijd geleverd wordt tussen de gevallen wereld en het komende Koninkrijk. Is het niet in de onthechting dat God spreekt tot het hart?
In het eenzame gebied langs de Jordaanoevers verschijnt Johannes ‘met de geest en de kracht van Elia’, als de grote aankondiger van het oordeel. Door zijn vurig woord en het doopsel met water, moet hij de zonen van het Verbond doen terugkeren naar de Heer hun God, nog vóór de zondvloed van vuur zal komen. Zo schrijft hij zich in in de lijn van Noach. Het eerste vonnis door het water kondigde het eindoordeel aan, Johannes wijst naar het bad van de reddende wedergeboorte.
Meer nog, zoals een bliksem die even oplicht aan de hemel, verschijnt de Doper als de Vriend die de bruid naar de Bruidegom leidt en daarna verdwijnt. Hij houdt niet op het hart van de mensen naar Jezus te richten, terwijl hij zichzelf meteen wegcijfert opdat de Andere groter zou worden. Hij verdwijnt in de vergetelheid van de mensen en de geestelijke verlatenheid. Is dit niet de vurige liefde die het geloof openbaart en tenslotte de dienaar gelijkvormig maakt aan zijn Meester?
Hans, pastor