Op een zonovergoten zaterdag vierde de jongerengroep “Op Post” in de tuin van de pastorij in Haasorde zijn 40-jarig bestaan. De vele aanwezigen konden genieten van kinderanimatie, een fototentoonstelling over de voorbije jaren, een circusact, de optredens van Luka, The Less The Beter en tot slot was er ene openluchtfuif.
Mieke en Sam, eerste en tweede leerjaar in Haasrode, kwamen tot het besluit dat de wereld toch wel niet was wat ze vermoed hadden. Papa was af en toe in Afrika voor projecten en toonde foto’s van kinderen die het met veel minder moesten doen.
Ze besloten iets te doen: de ‘arm-help-club’!
Vol enthousiasme gingen ze met hun plannen naar de kinderen Juchtmans: Goedroen en Hilde. En gingen van start. Er kwam een voorzitter, een penningmeester en een secretaris. Maar leden kwamen er zomaar niet bij in 1985. Dat was het dan.
Lou Michels die in de buurt woonde vertrok naar Afrika en daar hadden Sam en Mieke veel bewondering voor want hij ging er zelfs wonen. Ze waren klaar voor een nieuwe start en nu zoals het hoort.
De naam werd ‘Op Post’. Ze wilden ‘op post’ zijn voor mensen die het minder hadden. Ze gingen in de straat hun plannen uit de doeken doen en na enkele dagen verzamelden ze al enkele kinderen die het zagen zitten. Stapsgewijs groeide de groep aan.
Om activiteiten en initiatieven te plannen vergaderden ze met de oudsten in de living en stelden hun regels op.
Iedere vrijdagavond was er een bijeenkomst met de leiding om de vergadering van de zaterdag voor te bereiden.
Vanaf het derde leerjaar kon men bij ‘Op Post’ komen.
‘Op Post’ moest de kinderen tonen hoe goed zij het wel hadden maar dat dit niet voor iedereen in de wereld het geval was.
Ze wilden centen vergaren voor ‘goede doelen’.
Er moest ook een vorm van bewustmaking zijn maar de kinderen moesten ook wel graag komen, een combinatie dus van spelen en centen binnen krijgen.
Iedere zaterdagavond kwam in de Bergenstraat een groep kinderen samen in de veranda. Deze groep groeide gestaag tot een 25 à 30 (in 1994 waren we met meer dan 50!) Ze hadden ontspannende activiteiten en brachten ook idee om geld in te zamelen: Sterrestoet, koekenbak... Hoeveel droge erwten bevat deze zak? Kindercircus,...
Ze hadden ook sponsors in het dorp waar ze elke maand enkele Belgische franken sponsorgeld mochten gaan ophalen. Daar was telkens een hele zaterdagavond mee gevuld.
Verschillende jaren na mekaar maakten ze ook een adventskalender (zelf foto’s en teksten zoeken, knippen en plakken en dan kopiëren en verkopen). Ze kweekten vetplantjes die ze daarna verkochten. En toen Lou in Congo was werden ze soms ingeschakeld als er in het dorp of op school info over het project moest zijn bij bepaalde gelegenheden.
Er kwamen ook verschillenden sprekers langs.
Daniël Alliet kwam vertellen over de kinderen in Brussel.
Marc Desmet (nu overste van de jezuiëten) over zijn werk als dokter
Emma Decoene, die veertig jaren werkzaam was in Rwanda over het leven en de problemen ginder.
De kinderen gingen er voluit voor en ‘Op Post’ was inderdaad op post...
Het circus werd stapsgewijs een top-activiteit.
De eerste twee vertoningen van het circus gingen door in de tuin van de Bergenstraat 106. Met paletten en weinig materiaal maar met veel enthousiasme werd het een heus circusoptreden voor een publiek van om en rond de honderd mensen. Ze genoten ervan en droegen ook graag hun centje bij.
De tuin werd wel te klein. Maar zuster Gregoria en priester Fons die op de Bremberg woonden stelden hun zaal te beschikking. Helemaal gratis, alles dus voor het goede doel.
Een tweetal jaren later werd de Bremberg echter verkocht en kon de zaal niet meer benut worden. Zou het circus opnieuw buiten doorgaan?
De ganse paasvakantie was de groep, zoals elk jaar, aan het voorbereiden van het circusoptreden. Het huis werd druk ingenomen en bijna alle repetities gingen binnen door.
Het was duidelijk een regen-vakantie. En dat gaf problemen. Hoe zou men het circus kunnen laten doorgaan? Men bleef maar regen voorspellen.
Niets beter dan een tent om een circus te organiseren dachten ze en gingen bij alle winkels, banken, verzekeringsmakelaars, in de buurt op zoek naar sponsoring. Na twee dagen de gouden gids opengeslagen en afgebeld. De opgehaalde sponsoring was net genoeg om voor 1 dag een tent te huren. Omdat bleek dat die ook verzekerd moest worden werd het met de eigenaar op een akkoordje gegooid. Als ‘Op Post’ zorgde voor mensen om die samen met hem op te zetten en af te breken deed die er een mooi percentje af zodat ook die verzekering nog geregeld kon worden.
Na dat eerste jaar had men duidelijk door dat het jongeren waren die voor het goede doel gingen en met veel sympathie voor het project werd de tent de jaren nadien met veel sympathie voor een heel zacht prijsje en wat extra dagen uitgeleend. Blijkbaar is het nu nog dezelfde firma die elk jaar opnieuw de tent komt rechtzetten.
Na het middelbaar
Jaar na jaar bleven de activiteiten doorgaan. Zij die de ‘Op Post’ opstartten werden student en gingen hogere studies doen. De vraag rees: wat nu? Na enkele jaren gaven ze de fakkel door aan de jongere generatie en werd er besloten dat het volledig een organisatie van jongeren Er werd besloten dat men na het middelbaar onderwijs ook de ‘Op Post’ moest verlaten om verder over te laten aan de jongeren.
Zo bleef de veranda in de Bergenstraat hun grote clubhuis.
Tot Beatrijs, de jongste telg van het gezin (ze ontwierp ook het logo van ‘Op Post’) de leeftijd van achttien jaar had bereikt. Het clubhuis werd, in afspraak met de parochie, overgebracht naar het ‘Het Kiekekot’ in de Milsestraat. Om van daaruit verder actief te zijn, na 17 toffe jaren!!
Elfriede Vandendriessche