"Mensen staan voor mij altijd op de eerste plaats” P. DTulimelli | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Pastorale Zone Oud-Heverlee

Pastorale Zone Oud-Heverlee

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Kalender Godly Play Café Emmaüs Facebook Misvieringen Gezinsvieringen Je kindje laten dopen Mijn eerste communie Geloofsbelijdenis en vormsel Bij een overlijden Wij gaan trouwen Kapel van Steenbergen Nieuws Agenda Waar? Historiek Inschrijvingsformulier Lied tot O..L.V. van Steenbergen Litanie tot Maria Misintenties Parochieblad Video's kerken en kapellen Naburige pastorale zones
      Emmaüs BierbeekSjalom Boutersem
      Nuttige adressen Zonepastoor Privacyverklaring E-mail Oase Webmaster

"Mensen staan voor mij altijd op de eerste plaats” P. DTulimelli

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 30 juli 2025 - 15:56
Afdrukken

P. David.JPG

Afscheid © John Steffen

Pater David Tulimelli, 43 jaar, is een Indische salesiaan die lange tijd in Soedan en Zuid-Soedan als missionaris werkzaam was. Nu is hij zes jaar in België geweest om verder te studeren. Op zondag 6 juli nam hij afscheid van de pastorale zone Leuven-aan-de-Diojle tijdens een viering in de Sint-Kwintenskerk. Op 11 juli keert hij terug naar Zuid-Soedan waar hij zijn roeping als missionaris verder zet. 

Van waar in India bent u afkomstig?
Ik ben afkomstig van een regio in Andhra Pradesh, in het Zuiden van India. De bevolking is hoofdzakelijk Hindoe. Mijn familie is katholiek en als katholieken werden we er wel eens vreemd bekeken. De katholieken zijn er echt een minderheid, slechts enkele procenten. Ik zocht hem enkele dagen voor zijn vertrek op in Oud-Heverlee waar bij de salesianen verbleef.

Hoe bent u in Soedan terechtgekomen?
Ik droomde reeds lang om missionaris te worden. Ik ontmoette in India pater Jan Lens, salesiaan, en hij toonde me wat dienstbaarheid betekent en hoe we zorg kunnen dragen voor de mensen. Ik voelde me daardoor aangetrokken om hem te helpen. Ik zei hem enkele keren dat ik ook missionaris wilde worden. Zijn antwoord was eenvoudig: ‘Bid maar.’Ik voelde die wens sterk in mijn prenoviciaat. 
Pater Jan was toen onze geestelijke vader en hij antwoordde op mijn wens om missionaris te worden: ‘Het is te vroeg voor jou. Je bent nog te jong. Heb nog een paar jaren geduld.’ Ik was toen 16 jaar. Op mijn 17de drong ik nogmaals aan. ‘Eerst je noviciaat en dan filosofie studeren’. In mijn eerste stagejaar kreeg ik een brief van onze algemene overste uit Rome, met de melding dat als ik me er klaar voor voel, dat ik naar Rome mocht komen om me verder voor te bereiden om missionaris te worden.

En hoe ging het dan verder?
Ik heb nooit een land gekozen om naar toe te trekken. Ik kende reeds enkele talen. De vraag kwam om naar Soedan te gaan, toen nog één land samen met het huidige Zuid-Soedan. De salesianen hadden reeds verschillende paters naar Soedan gestuurd. Maar omwille van de christenvervolging hadden een aantal buitenlandse priesters schrik om naar Soedan te gaan. Vele salesianen keerde terug uit Soedan omwille van de veiligheid. De vraag kwam en ik voelde me klaar om het te wagen en ik ging dus naar Soedan, naar Khartoem, in het huidige Soedan. De salesianen hadden er een school waar ik een lesopdracht kreeg, en we hadden er ook een parochie. In die tijd was er een Italiaanse salesiaan, maar reeds op leeftijd. Hem stond ik bij in zijn pastorale taken in de parochie, maar de hoofdopdracht was lesgeven in een basisschool. We hadden er in die tijd ook een technische school. En ‘s avonds speelden we met de jongeren. 
Ik bleef er minder dan een jaar en ze vroegen me toen om naar El Obeid te gaan, 600 km ten zuidwesten van Khartoem. Ik werd gevraagd om econoom te worden van de salesiaanse gemeenschap aldaar. We hadden er een technische school, maar we vingen er kinderen uit Darfur, een regio in het westen van Soedan, op, waar een groot conflict heerste en dus veel kinderen op de vlucht sloegen. In El Obeid hadden we een weeshuis met kinderen uit de regio Darfur waar ik de verantwoordelijke was. De meeste van de 400 kinderen waren tussen 15 en 21 jaar en gingen in El Obeid naar onze technische school.

En uw tijd in Zuid-Soedan, hoe ging dat?
Van 2011 tot 2018 verbleef ik in Zuid-Soedan, in die tijd onafhankelijk geworden. Ik werd in die tijd lid van de bisschopsraad van het aartsbisdom Juba, en ik was er ook deken. Als salesianen zetten we ons er in voor het jeugdwerk met een 500-tal jongeren tussen 17 en 24. 
Maar in de nacht van 15 op 16 december 2013 hoorden we tijdens de aanbidding stemmen. Het was ons niet duidelijk wat er gaande was. Na enkele uren gingen we kijken en zagen dat er vele vrouwen en kinderen op ons terrein aanwezig waren. We brachten de monstrans naar een van onze kamers en hebben onze kerk aan hen gegeven om er te overnachten. Het ging toen over 4.000 mensen. Het was voor mij een slapeloze nacht. Het eten dat voorzien was voor de jongeren in onze school hebben we toen aan de vluchtelingen gegeven. Ze kregen een maaltijd per dag, meer hadden we niet. We hadden geen geld om meer te geven. 
Zo werd ik directeur van een vluchtelingenkamp, dat ik zelf ook oprichtte, totaal onverwachts.

En hoe ging het verder na die ene nacht?
Toen we de volgende ochtend op ons domein kwamen, vonden we buiten onze gebouwen, vele doden. Ik heb samen met een van onze paters een massagraf gemaakt om hen te begraven. We kenden die mensen niet, maar wilden hen toch waardig begraven.
Nooit heb ik aan een van de vluchtelingen gevraagd welk geloof ze hadden. Voor mij waren het mensen die in nood verkeerden en dus moesten geholpen worden. Het was ook de ingesteldheid die pater Jan Lens ons in het noviciaat aanleerden. De mensen komen altijd op de eerste plaats. 

In 2018 kwam pater Tuli naar België voor verdere studies en een doctoraat aan de KULeuven. In die tijd engageerde hij zich ook als meewerkend priester in de pastorale zone Leuven-aan-de-Dijle. Nederlands leerde hij niet tijdens lessen, maar gewoon al doende. 

U gaat nu na uw doctoraat terug naar Zuid-Soedan. Waarom?
Vele mensen zijn verbaasd als ze dat horen. ‘Het is toch veel beter hier’ zeggen ze dan. ‘Of het is er niet veilig.’ Maar ik heb mijn roeping daar gevonden. Mijn roeping is nog sterker geworden in het vluchtelingenkamp. Dankzij mijn studies hier heb ik meer inzicht gekregen en kan ik in Zuid-Soedan nog veel betekenen voor de mensen. Ze wachten er ook op mij.
Vanuit de salesiaanse orde in Rome kwam de vraag om terug te keren naar Zuid-Soedan. Ik zal verantwoordelijke worden van onze salesiaanse gemeenschap en directeur van het vluchtelingenkamp. Ik zal ook meewerken aan de lokale pastoraal. Samen met een aantal priesters zetten we ons in in 11 parochies. Op 14 juli volgt de installatieviering aldaar. 
Ik heb hier in België naast de studies ook veel ervaring in de pastoraal opgedaan als meewerkend priester in de pastorale zone Leuven aan de Dijle. Ik ben hiervoor zeer dankbaar, ook aan de verantwoordelijke van het bisdom om me deze kansen te geven. Deze ervaring neem ik mee naar Zuid-Soedan en kan ik er zeker gebruiken.

Uw doctoraat had ook een link met vluchtelingen.
Ik deed onderzoek wat resulteerde in een thesis met titel ‘Perspectives on Grief, Community, and Empowerment: Supporting Women in the IDP Camps of South Sudan’, (vertaald is dit Perspectieven op verdriet, gemeenschap en empowerment: ondersteuning van vrouwen in de ontheemdenkampen van Zuid-Soedan), dus vanuit mijn ervaring in Zuid-Soedan. Concreet deed ik dus onderzoek naar hoe we vrouwen kunnen helen na een posttraumatische ervaring. Ik pleit daarin voor een holistische pastorale zorg en diaconale benadering, waarbij een model wordt gepresenteerd dat gebaseerd is op zes sleutelelementen: verantwoordelijkheid, relatie, middelen, veerkracht, verzoening en herstel. 
Ik heb in Zuid-Soedan veel ellende gezien en hier wist niemand wat er ginder echt is gebeurd. Mijn opdracht hier in België is het vertellen aan de wereld wat er ginder aan de hand is. Een belangrijke factor voor mij daarbij is deze vrouwen in Zuid-Soedan een stem geven. Hun stem is cruciaal. Deze vrouwen hebben door de miserie, en vaak ook verkrachtingen, zich altijd met God verbonden gevoeld. De meeste van deze vrouwen zijn positief. Ik heb geleerd van deze mensen hoe belangrijk het is positief te zijn. Er wordt veel gezongen en dat werkt in de goede richting. 

Hoe lang blijven de mensen in het vluchtelingenkamp?
We proberen iedereen de tijd te geven en te helpen om hun leven zelfstandig te kunnen verder zetten. We geven hen bijvoorbeeld naaimachines zodat ze leren kleding maken. De meisjes geven we de kans om naar school te gaan. Als iemand zich klaar voelt om te vertrekken, zijn ze ook vrij om dat te doen. We geven hen kansen, maar omwille van de onzekere situatie blijven de meeste nog bij ons. We sturen ze zeker niet weg.

Hoeveel mensen verblijven er nu nog bij jullie?
Meer dan 40.000. En door de situatie in Soedan komen er nog steeds bij. Iedereen spreekt er ook Arabisch. Ze hebben dus een gemeenschappelijke taal, met enkele variaties in de uitspraak. Door de spanningen in Soedan en in Zuid-Soedan vluchten er ook veel naar Tsjaad. Ook in Zuid-Soedan is het niet overal veilig. 
Deze situatie maakt dat velen me vragen waarom ik terugga. Ook vanuit Zuid-Soedan raadden ze me af terug te komen. Ik ben niet bang om terug te gaan. Ik besef dat mijn leven er zwaar zal zijn, maar er zijn zeker nog mensen die zich bekommeren om onze veiligheid daar. Door mijn aanwezigheid ginder kan ik hopelijk een beetje hoop terug brengen naar die regio. Ik ben geen priester geworden voor mezelf, wel voor de mensen. Ik weet ook niet wat de toekomst brengt, maar ik ben dankbaar voor de mensen, en de mensen zijn dankbaar voor wat wij doen. 

Hoe was u ervaring hier in België?
Het was een interessante ervaring, maar totaal anders dan wat ik gewoon was. Ik werd in de parochiekerken waar ik werkzaam was onmiddellijk aanvaard. De aanwezigheid van de mensen hier tijdens de vieringen waren voor mij een steun. Ze moedigden me ook aan. Ik ben blij dat ik hier kansen heb gekregen om te kunnen studeren en jullie Kerk heb leren kennen.
Ik werd aanvaard en de mensen hielpen me ook bij het Nederlands. Ze bleven me ook aanmoedigen om Nederlands te spreken, maar sommige klanken zijn echt wel moeilijk voor mij. 

Tijdens de laatste viering in Leuven voor pater Tuli drukte hij zijn dankbaar uit:
“Ik kwam hier toe als een vreemde, maar ben nu een van jullie. Dank u wel hiervoor. Ik keer terug naar Zuid-Soedan met een grote verantwoordelijkheid. Het leven daar zal niet gemakkelijk zijn, maar ik ben er van overtuigd dat mede dankzij jullie gebeden en Gods steun we er kunnen zijn voor vele mensen in nood. Ik wil jullie dan ook danken voor de vele vriendelijkheid die ik hier mocht ervaren. Jullie hebben veel voor mij betekent, in die tijd dat ik hier was. Voor mij begint nu een nieuw hoofdstuk. Ik zal jullie op de hoogte blijven houden van mijn leven en werk in Zuid-Soedan. En als jullie niets meer horen, dan ben ik er niet mee. Neem me mee in jullie gebeden. Dank jullie wel voor alles.”

Tom Heylen
coördinator van Missio voor Vlaanderen


 

Gepubliceerd door

Pastorale Zone Oud-Heverlee

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Een gedeelde missie voor alle gedoopten
readmore

Gebedsintentie paus oktober 2024: voor een gedeelde missie

icon-icon-inspiratie
De pijn van de slachtoffers van milieurampen
readmore

Gebedsintentie paus september 2024: voor de schreeuw van de aarde

icon-icon-inspiratie
gebedsintentie paus augustus 2024: politieke leiders
readmore

Gebedsintentie paus augustus 2024: voor politieke leiders

icon-icon-inspiratie

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook