Zowat 300 mensen maakten samen gemeenschap in Kristus Koning op 27 oktober om 11 uur.
Samen bidden en zingen schept verbondenheid!
Dank aan alwie erbij was. Dank aan alwie er een geslaagde viering van maakte!
De aankondiging
Op 14 oktober 2018 had de startviering van de Pastorale Eenheid, de Heilige Damiaan, plaats in onze zondagskerk, Kristus Koning. Ze werd druk bijgewoond door circa 700 mensen en velen hebben de vieringen en de aansluitende drink als deugddoend ervaren. Daarom gingen er stemmen op om het initiatief jaarlijks te herhalen.
Dat idee viel niet in dovemansoren! Het team van de Pastorale Eenheid legde de volgende editie vast op zondag 27 oktober 2019 om 11 uur.
De viering staat in het teken van onze patroonheilige, pater Damiaan, die op 11 oktober 2009 – dus tien jaar geleden – heiligverklaard werd. Na de viering wordt de aanwezigen een glas aangeboden.
We nodigen de mensen uit alle geloofskernen in Hoboken, Berchem, het Kiel en Wilrijk uit om die zondag samen te komen vieren.
We hebben begrip voor het feit dat vele gelovigen bejaard of minder mobiel zijn en dat het voor hen helemaal niet makkelijk is om zich te verplaatsen naar de zondagskerk. Toch hebben ook zij het recht om zich minstens eens per jaar opgenomen te weten in de grote zingende gemeenschap van onze pastorale eenheid. Daarom vragen we dat vrijwillige chauffeurs en begeleiders op het openbaar vervoer zoveel mogelijk mensen uit de verschillende geloofskernen naar Kristus Koning brengen.
Voor wie vlot te been is: trams 2 en 6 en bussen 22, 180, 181, 182, 183, 500 stoppen op stapafstand. Ook VELO-Antwerpen heeft haltes in de buurt (293 Edgard Castelein en 276 Corbusier).
Op dit ogenblik zijn er werken aan de gang in de Volhardingsstraat en enkel andere straten in de Tentoonstellingswijk. De kerk is dus best bereikbaar via de Jan de Voslei en via de Pestalozzistraat (enkelrichting, in te rijden vanuit de Jan van Rijswijcklaan).
Van harte welkom! We kijken erg uit naar dit ontmoetingsmoment!
Het team van de Pastorale Eenheid: Ronald, Mia, Luc, Evelien, Jean-Marie, Leon, Raf, Stanny en André
Een impressie van Jan de Roeck bij de viering in Kristus Koningkerk van 27 oktober
Waar haalt onze Pastorale Eenheid zijn adem vandaan?
In oktober vorig jaar kreeg de Pastorale Eenheid Damiaan vorm met de aanstelling van een team. Op 27 oktober was er opnieuw een viering in het teken van Damiaan, onze patroonheilige. Men wilde het vuur brandend houden.
Ondertussen is er in onze parochiekernen wel enige aarzeling of het allemaal de goede kant op gaat. Is de PE enkel een schaalvergroting omwille van de bloedarmoede van de vroegere parochies? Of is er een nieuwe 'animo'? Er leven heel wat vragen: hoe voelen mensen zich nog thuis in onze kerken met hun kleine groepje, waar en hoe gebeurt er een levendige catechese voor kinderen, hoe vangen we het tekort aan voorgangers op enz.?
Tijdens de viering in onze zondagskerk Kristus Koning kregen we alleszins al een opkikkertje. Het doet deugd om te voelen dat we over de kleine grenzen heen, toch samen kerk kunnen zijn. En als dan vooraan naast onze deken Ronald ook nog enkele priesters van Afrikaanse oorsprong staan, krijgt onze samenkomst ook een kleurtje mee van de Wereldkerk. Het oproepen van zo'n krachtige figuur als pater Damiaan doet ook wel heel wat. Ronald gaf ons via hem een stootje mee om in de goede richting te evolueren.
Wat leert Damiaan ons voor onze dagelijkse inzet?
- Damiaan heeft op het eerste zicht geen spectaculaire dingen gedaan. Hij kwam op het eiland Molokai tussen uitgerangeerde melaatsen en is daar gebleven. Zijn kracht lag juist in dat aanwezig zijn. Een diepe solidariteit. En gaandeweg werd hij één van hen, een zieke medemens die zo de boodschap van Jezus uitdroeg.
- Damiaan heeft ja gezegd. Eerst was zijn broer van plan om in Hawaï missionaris te worden. Toen die door ziekte het moest laten afweten, zei Damiaan vastbesloten 'Dan is het mijn beurt!' En hij ging ervoor.
- De naastenliefde van Damiaan was van een speciale soort. Er is in de samenleving wel een vangnet voor mensen met problemen, maar er zijn vele mensen die onder dat net terecht komen, waar niemand nog iets voor doet. Precies daar richtte hij zijn aandacht op. En hij deed dat in samenwerking met anderen. Hij was niet een 'zacht broodje', kwam in conflict met zijn oversten, maar deed met veel geduld voort met zijn naaste medewerkers.
- In het onmogelijke toch hopen op een beetje uitzicht. Damiaan heeft voor zijn zieke en afgeschreven gemeenschap zeker het verschil gemaakt. Hij boorde energie aan bij uitgebluste mensen en gaf hen hun waardigheid terug. Dat is toch echt gemeenschap van Jezus zijn, hé!'
- Er niet voor terug schrikken om je bron te vermelden. Damiaan zou het er moeilijk mee hebben, dat wij onze identiteit als gelovige en christen binnenkamers houden omdat de omgeving er geen oren naar heeft. Hij wou uitdrukkelijk dat we er voor uit komen, waar onze bron ligt.
Deze 5 punten kunnen voor ons wel een programma zijn, dacht ik zo.
Het evangelie van die zondag was dan weer een uitnodiging om ons niet op te sluiten in zelfgenoegzaamheid. Je weet wel, iedereen draait wel eens rond zijn eigen kerktoren en doorbreekt maar moeizaam dat eigen kringetje met vertrouwde gezichten. De farizeeër die naar de tempel ging was in alle opzichten een voorbeeldig kerkganger, die zijn plichten deed, die een ruime gift gaf voor de armen, maar wat hem fundamenteel ontbreekt is: de openheid naar anderen, en tegelijk de openheid naar God. 'Hij bad bij zichzelf: 'God ik ben blij dat ik niet ben zoals de anderen!' De tollenaar, die met zijn leven er helemaal naast zat, erkent zijn falen en opent zich voor ontferming.
Wij voelen ons dan ook uitgedaagd om uit onze beslotenheid en eigen gelijk te treden en ons gedragen te weten door die grote ontferming.
Met het glas te heffen na de viering hebben we met een knipoog naar elkaar gezegd: je mag op mij rekenen! Dan gingen onze wegen weer uit elkaar.
pdf van deze impressie
De homilie van Ronald Sledsens
Beste mensen
Wij kennen dit evangelie zo goed dat we er meteen een cowboy- en indianenverhaal van maken: die farizeeër is de "bad Guy" en die tollenaar de "good Guy". Door die vooringenomenheid ontgaat ons waarschijnlijk de clou. Misschien moeten we wat aandachtiger kijken naar die twee jongens. De eerste, de Farizeeër is eigenlijk een ideale kerkganger. Laat ons eerlijk zijn. Wij hebben niks liever dan bezoekers die vooraan komen zitten en het is voor ons als voorgangers veel plezanter als we contact voelen met de kerkgangers, dan voelen we tenminste bij het bidden dat we samen een gemeenschap zijn. Bovendien staat er, dat hij van zijn inkomen 10 % schenkt en dat is veel meer dan van hem verwacht werd en alleszins meer dan wat ik geef aan de kerk. Hij onderhoudt met zijn geld de tempel, dus kan het dak worden gerepareerd, het personeel worden betaald. Hij kan er met opgeheven hoofd binnenkomen. De tempel ziet er netjes uit en dat is aan hem te danken. En ook voor de armen, de weduwen en de wezen draagt hij zorg. Kortom, die farizeeër is een prima kerel. Onze kerken zouden er heel wat beter voor staan als alle kerkgangers zo zouden zijn.
Eigenlijk moet je meer moeite hebben met die man achteraan, die tollenaar. Hij komt aan de kost door mensen af te zetten, door belasting te heffen voor de bezetter, ‘ne zwarte’ zeiden ze 75 jaar geleden. Hij verraadt zijn volk, hij perst het uit. Zo moeten we het verhaal begrijpen, anders begrijpen we de clou niet. Er waren 2 kerkgangers, niet een verwaande kwast en een sympathieke tollenaar, maar een die voorbeeldig was, de droom van elke parochie, geëngageerd met de liturgie, maar ook zijn plichten jegens de gemeenschap vervullend, een vriendelijk man die iedereen recht in de ogen kon kijken. En een ander, een verrader, die de blik van de anderen vermijdt, die door zijn keuzes en gedrag de toekomst van de joodse kerk bedreigt en die haar regels met voeten treedt. De sympathie van de joodse toehoorder ging evident naar de farizeeër want hij was meer dan rechtschapen en beter dan de meesten van ons. En toch gaat de voorkeur van God uit naar die tollenaar, zegt Jezus. Dat is de onthutsende clou van het verhaal. En die voorkeur van God is bepaald door het gebed dat de heren uitspreken.
De farizeeër stond daar met opgeheven hoofd en “bad bij zichzelf”. Het staat er niet voor niks. Er staat niet: hij bad in zichzelf maar hij bad bij zichzelf. M.a.w. hij is zijn eigen godje, hij is helemaal ingenomen van zichzelf. Er is uiteindelijk in zijn hart veel minder ruimte voor God dan voor zijn eigen ego. Hij vergelijkt anderen voortdurend met zichzelf die hij tot maat neemt. Daarom kan die tollenaar er bij hem niet in. Hij wijst hem af. De tollenaar daarentegen bidt met gebogen hoofd en weet dat hij de genade van God en van zijn medemensen hard nodig heeft. Hij is niet vol van zichzelf. Bij hem is plaats voor anderen en daardoor dringt zijn gebed door de wolken heen.
Sedert een jaar worden wij Pastorale Eenheid Damiaan genoemd. Wij zijn dat natuurlijk niet, wij moeten dat worden. Heel veel mensen hier dragen met recht hun parochie of gemeenschap hoog in hun hart, sommigen onder ons hebben 30, 40 jaar dienst aan de parochie erop zitten, dag en nacht soms, in het weekeinde en in de week en hopelijk gaan ze er nog een heel tijdje mee door. We kunnen niet genoeg dankbaar zijn voor jullie onophoudelijke inzet. Maar heel af en toe, als we die organisatorische asem van de Pastorale eenheid beginnen te voelen, hebben we een tikkeltje te veel de neiging van de farizeeër om aan ons zelf genoeg te hebben om bij onszelf te zeggen: het zal mijn tijd wel doen of waarom nu al ingrijpen als het nog loopt. Alleen is het niet ‘mijn’ tijd, het is Gods tijd waar we samen verantwoordelijk voor zijn. Juist dat besef, zoals die tollenaar dat had, zegt Jezus, dat we onszelf niet genoeg zijn verbindt ons met de Geest van God. Het allerheiligste naderen wij het dichtst wanneer wij, als de tollenaar, beseffen dat wij anderen en mekaar nodig hebben. Maar laten we over samenwerking boven onze geloofskernen uit niet lichtzinnig doen. Dat is niet gemakkelijk want mensen die lokaal verantwoordelijkheid dragen zijn door den band mensen met een grote persoonlijkheid en dat botst nogal eens. Damiaan was ook een persoonlijkheid en korte tijd na zijn aankomst op Molokaï, waar hij zo verschrikkelijk veel werk zag, had hij aan zijn bisschop een medewerker gevraagd. Eerst kreeg hij een Nederlander, die na 6 jaar vervangen werd door een Franse Pater. Ze waren allebei 10 jaar ouder dan hij en ze waren niet zomaar bereid om het hulpje van Damiaan te zijn. De relatie werd telkens weer vertroebeld door meningsverschillen. Het was niet mogelijk om samen te wonen. Maar Damiaan paste zich aan. Ondanks de verschillen bleven zij samenwerken voor hetzelfde doel en waren zij elkaar tot biechtvader, vertrouwden ze elkaar hun zonden en tekorten toe.
We zouden over Damiaan met geen woord meer reppen als hij van Tremelo niet naar de picpussen in Leuven was gegaan, van Leuven niet naar Hawaï was gegaan en van Hawaï niet naar Molokaï was gegaan om daar helemaal achteraan op de maatschappelijke ladder bij de meest kwetsbaren te gaan staan. Niet meer over hem spreken als hij niet buiten zijn eigen kring was gestapt. En hij zou verwonderd opkijken als hij zich vandaag op een pedestal zou zien staan want hij is geen heilige aan wie wij iets moeten vragen; maar een heilige die aan ons iets vraagt… om buiten ons eigen kringetje te treden en om als kinderen van onze tijd en als christenen teken te zijn dat we de ik-gerichte tijdgeest blijven overstijgen. En hij is de patroonheilige van onze PE. Danneels zei over Damiaan: Kijken naar een heilige is lezen in het prentenboek van Gods eigen kwaliteit. We kijken dwars door de heilige heen om de Heer te zien. En om Hem na te volgen. Hoe kunnen wij Damiaan navolgen in onze PE? Als je zijn biografie leest ontdek je 5 manieren om dat te doen:
Ten eerste: door te blijven, niet weg te lopen en door er gewoon te zijn: Damiaan kon zijn melaatsen niet genezen. Maar wat hij wel kon, was bij hen blijven. Gewoon er zijn, zondags in uw gemeenschap en af en toe hier in de zondagskerk. Terwijl er zoveel mensen zijn die het geloof onverschillig laat, zelf niet gaan lopen. We moeten vertrouwen hebben dat wij door te doen wat wij doen, anderen doen nadenken.
Ten tweede: door ‘ja’ te zeggen op onverwachte vragen: Damiaans oudste broer, Pamfiel, was bestemd voor de missie op Hawaï maar hij werd ziek. Damiaan zei gewoon: ‘dan is het mijne toer. Ik ga.’ Elke geloofskern binnen de PE is fragiel, onverwachts kunnen mensen met grote betekenis wegvallen. Dan is het aan u om te zeggen, nu is het mijne toer, ik neem dat op. ‘Ja zeggen’, zou Damiaan zeggen, want het is God die spreekt.
Ten derde: als je gelooft zijn er geen hopeloze zaken: Damiaans biografie is een aaneenschakeling van tegenslagen en onmogelijkheden. Zijn antwoord erop is iedere keer: naastenliefde. Bij God is niets onmogelijk. Net zoals Molokaï kent elke plek zijn uitgestotenen, zijn afgestotenen en gemarginaliseerden. Ze zijn niet te tellen rondom ons: alcoholici, drugpatiënten, zwaar depressieven, eenzame ouderen, hopeloze jongeren, vreemdelingen en vluchtelingen met have noch goed. En nog zovele anderen aan wie we vaak niet denken maar die door de mazen van het sociale net vallen. Onder dat net is er altijd weer nood aan christelijke naastenliefde. Wij kunnen niet veel doen, maar wat we kunnen doen moeten we blijven doen, nog beter doen, want voor wie gelooft, is er altijd hoop, want er is de liefde.
Ten vierde: geloven maar ook doen: Boven Damiaans bed hing dat vers uit de Jakobusbrief: ‘Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen.’ (Jak 1,22) Damiaan zegt ons: ‘Zonder werken is het geloof dood.’
Ten vijfde: God niet doodzwijgen: We zijn vaak bang om te tonen dat we geloven en dat we bij God onze kracht halen… Damiaan had geen schrik om het woord ‘God’ te laten vallen en zijn bron te onthullen. Damiaan was niet bang voor bronvermelding. Hij zou ons stilzwijgen over God niet begrijpen.
Beste mensen van de PE Damiaan: ‘erbij blijven en niet weglopen, ja zeggen op vragen die je nooit had verwacht, geloven en werken’; nooit zeggen: ‘Er is toch niets meer aan te doen.’ Niet zwijgen over waar je het allemaal haalt, God niet doodzwijgen… Dat is Damiaan navolgen. En daarom werd hij heiligverklaard. Misschien moeten we hem toch ook iets durven vragen. Dat hij ons de vermetele kracht schenkt om als PE zo verder te gaan.
pdf van deze homilie