Gevonden, gezonden, verbonden
Drie werkwoorden staan er op de affiche voor het nieuwe thema van de parochies. Het is het derde jaar dat we het missionaire project van ons bisdom willen verderzetten.
Twee jaar geleden, was het eerste thema “de vreugde van het evangelie”. Dit ging over Gods Woord opgetekend in de Bijbel. Zowel in het oude als in het nieuwe testament lezen we verhalen hoe God de mens zoekt. In het oude testament waar Abraham zijn land verlaat, Mozes het volk naar het beloofde land leidt, koning David die de tempel bouwde. Zij hebben God gevolgd en de liefde van God ontvangen. In het nieuwe testament waar Jezus Gods Liefde heeft voorgeleefd voor elk van ons.
God zoekt de mens, we zijn als het ware door God gevonden. Van daar komt het eerste werkwoord. Gods liefde is een geschenk dat we zo hebben gekregen, zomaar voor niets. De vele verhalen in de Bijbel getuigen er van. We kunnen die kern van ons geloof elke week herontdekken, in de evangelie teksten. Nemen we de teksten van het evangelie als blauwdruk voor ons leven? Nemen we het woord dat we op zondag horen ook mee doorheen de week. Proberen we de inhoud van de verhalen op het leven van nu te leggen. Das een manier om die liefde herontdekken.
Vorig jaar was het thema “op uw Woord”. Zijn liefde is niet louter voor ons, maar voor iedereen en daartoe zijn we gezonden. We willen op onze beurt getuigen van God en van Gods liefde naar anderen toe. Dat hoeven geen grote verhalen te zijn, maar een teken, een gebaar of een gesprek waar we Gods liefde in uitstralen. Heel concreet door mensen nabij te zijn, elke dag opnieuw. Of door ontmoetingen met iemand die het moeilijk heeft, waar je een tijdje een tochtgenoot wordt op zijn levenspad. Of kinderen, kleinkinderen verhalen over hoe je je geloof beleeft en wat het voor jou betekent. Niet omdat het moet, maar omdat je er zelf deugd van hebt.
Ik beleef het heel concreet in mijn gezin of als vormselcatechist, of door te vertellen wat voor werk ik doe. Geen grote woorden, maar opnieuw verhalen wat geloof voor mij betekent. Ook dat ik twijfel, ook dat ik het soms niet meer weet. Ook dat vertel ik, dat is authentiek.
Dit jaar willen we stil staan bij het derde werkwoord, verbonden. Christen ben je niet alleen, maar samen. We doen die zending, die verkondiging best door samen verbonden te leven. De Kerk leeft als een gemeenschap verbonden met elkaar. Het was dat wat de eerste christenen zo mooi in praktijk brachten. Hun omgeving merkte het. Zie hoe ze elkaar liefhebben wordt er beschreven in het boek Handelingen.
We zijn in de Kerk erg verschillend, gelukkig maar, het zou maar saai zijn, mocht iedereen dezelfde zijn. Maar bekijk het als een rijkdom, als we luisteren met elkaar en spreken met elkaar, wanneer we elkaar samen dragen en stimuleren. Een gemeenschap is belangrijke getuigenis, zeker in een cultuur waar iedereen nogal op zichzelf gesteld is.
Gods Liefde is een ongelofelijk cadeau, het doet ons anders in het leven staan, maar het is ook een opdracht: hoe kunnen we gemeenschap vormen en hoe willen we dit naar buiten toe uitstralen? Dat is een mooie vraag om even bij stil te staan. Zijn we onthalend als gemeenschap? Staan we open om nieuwe mensen te ontvangen? Doen we moeite om hen bij de eucharistie, of ruimer bij het geloof te ontvangen?
Enkele voorbeelden misschien. Stel dat er iemand vandaag deze kerk binnenwandelt en hier een plekje zoekt. Wat zal de reactie zijn? Is het van: Heb je hem gezien, hij zat op mijnen stoel, ik heb hem hier nog nooit gezien? Zou hij van Wielsbeke zijn? Kan hij daar niet naar de mis gaan… Of laten we de persoon zijn, schenken we hem een glimlach, geven we hem enthousiast een hand bij de vredeswens, proberen we een gesprekje aan te knopen na de viering of bij een ontmoetingsmoment? En nog een stap verder, spreken we samen over ons geloof dat ons hier verzamelt? Want dat is gemeenschap vormen.
Ik was enkele maanden geleden op een bijeenkomst met alle teams van ons decanaat. De ingrediënten van de avond waren: elkaar wat beter leren kennen, enkele initiatieven uitwisselen en samen spreken rond een evangelietekst. Er waren een aantal mensen die dat nog nooit gedaan hadden maar die zich wel al een hele tijd engageren in de kerk. Maar net die oefening maakt het voor ons mogelijk om te leren van elkaars inzichten, van elkaars twijfel, van elkaars vragen. Als we dat niet doen, hoe kunnen we dan met mensen die wat verder van het geloof staan in gesprek gaan?
Het moeten natuurlijk niet alleen woorden zijn, maar je kan het ook omzetten in daden. We hoorden vandaag in het evangelie: Heb elkaar lief. Het Johannesevangelie legt deze woorden in de mond van Jezus. Hijzelf is het die zijn leerlingen toespreekt en nog wel op een uiterst beladen moment: de laatste keer dat ze samen zijn rond een tafel, vlak voor het feest van Pesach. Tijdens die maaltijd heeft hij hen grondig in de war gebracht doordat hij, hun meester, hun voeten heeft gewassen. En hij spreekt hen toe, maar ook ons met die grote opdracht: Heb elkaar lief.
En als je wat verder leest, blijf in Mij, dan zal je veel vruchten dragen. Vandaag is onze wereld geen veilige wereld voor allen. Het is vandaag evenmin gemakkelijk om christen te zijn. Maar ook nu hebben zo veel mensen er nood aan dat christenen vruchten dragen. Door liefde te tonen, proberen we dichter bij God te komen. En dan opnieuw volgens de evangelietekst, dan zal de grootheid van de Vader zichtbaar worden. Ik wens het jullie toe, dat jullie in jullie zijn, in jullie dagelijks leven, ook in moeilijke situaties (bijvoorbeeld in een ruzie of een conflict) grootmoedig kiezen om in die Liefde te blijven. En dat men je kan bevragen waarom je dat doet. En waar jij kan zeggen:
Ik ervaar Gods liefde, ik ben gevonden.
Ik wil die doorgeven aan anderen, ik ben gezonden.
En ik doe dat niet alleen, ik doe het samen met mijn gemeenschap, we zijn verbonden als Christenen.