Stille Zaterdag, een dag om stil te staan. Maar we hebben niet stil gestaan, we hebben gewandeld, in stilte. Het is geen “stilte voor de storm”. Het is een overgangsperiode tussen lijden en hoop, tussen Goede Vrijdag en het licht van Pasen.
Stilte brengt rust. In de dag-dagelijkse-drukte is stilte immers een zeldzaam goed geworden. Met stilte kan ook respect tot uiting worden gebracht. En het kan dienen als een moment van bezinning (en gebed). In de stilte van het gebed kun je met al je zorgen, vragen, verdriet, blijdschap en dankbaarheid bij God terecht. Door stil te zijn spreek je met God, en kun je beter luisteren naar God.
Het was een vrij vlak parcours, dus we zijn niet “nedergedaald ter helle”, zoals dat ook op Stille Zaterdag wordt gesitueerd. Figuurlijk was er tijdens deze stille tocht wel ruimte om af te dalen tot je eigen “diepste diep”. Want pas als men durft af te dalen tot de “bodem van de put” (pijn, rouw, miserie, ontmacht, …….) ontstaat de energie om terug naar het licht (van Pasen) op te klimmen.
Bijna aan’t einde van de tocht zijn we in de Hoeverweg in de gemeente Opglabbeek (Hoe-ver-weg ?) een stukje verkeerd gelopen en moesten we rechtsomkeer maken. Dat was echter geen lijdensweg. De lijdensweg is voor Goede Vrijdag. De wandeling liep daardoor ook niet in de soep. Er was immers nog genoeg (tomaten-)soep bij aankomst aan de kerk van Niel-bij-As. Waar we ook stilgestaan hebben bij het meditatiedoek “de Verrezene”, geschilderd door de benedictijnermonnik Reinhard Düfner.
Het laatste stukje van de wandeling, naar het vertrekpunt het stationenke van As, konden we nog het lijden en de pijn die we op deze pelgrimstocht hebben meegedragen en doorleeft, los laten, uit handen geven…… toe vertrouwen aan God. Om zo op een intensere wijze Pasen te kunnen vieren.
©Bart van Gruisen