Een vergulde man, die verdacht veel op Jan Fabre zelf lijkt, balanceert met een groot kruis op zijn vingertoppen. Het kruis is groot genoeg voor de drager om er zelf aan te hangen. De verwijzing naar het lijden van Christus is dus niet ver weg.
Het beeld daagt me meteen uit. Maar misschien moet ik het werk eerst maar eens puur wereldlijk benaderen en in zijn context bekijken.
Een kruis is op zich geen exclusief christelijk symbool, anders dan een gekruisigde Christus. Het is niet meer of minder dan een marteltuig.
Tentoonstelling Facing Time Rops/Fabre in Namen
Tot in januari was Man die het kruis draagt nog in een wassen versie te zien in een Antwerpse kunstgalerij. Nu staat het van op het Provinciaal Paleis in Namen te blinken in de zon. Daar maakt het deel uit van de tentoonstelling Facing Time Rops/Fabre.
Het oeuvre van Félicien Rops (1833-1898) en Jan Fabre (1958) blijkt aardig overeen te komen, voor een groot stuk bepaald door levensdrift (ook doodsdrift) en lichamelijkheid. Meteen een eerste sleutel om Man die het kruis draagt te verstaan.
Het beeld daagt me uit om na te denken over hoe ik mijn eigen sterfelijkheid ervaar. Sta ik eigenlijk wel eens stil bij het feit dat elke dag de laatste kan zijn? Hoe anders zou ik in het leven staan als ik wist dat ik morgen zou sterven? Zou ik wankelen? Hoe zou ik mijn kruis dragen?
Zou ik als een goochelaar trainen om de juiste balans te vinden tussen het aardse en het hemelse? Of zou ik triomfantelijk omgaan met de gedachte dat ik alles onder controle heb?
Lichamelijkheid en metamorfose
Fabre gelooft in het kwetsbare lichaam. Hij kijkt naar de mens en vraagt zich af hoe die kan overleven. Zo kijkt hij ook naar de wereld van vandaag. Hoe is die eraantoe? Hoe kan hij heruitgevonden worden? Als kind deed Fabre naar het schijnt niets liever dan de wereld van insecten bestuderen. Hij ontleedde hun lichamen en vormde ze om tot nieuwe wezens.
Die metamorfose is tweede sleutel in het werk van Fabre. Het is een thema dat christenen goed herkennen. Denk aan de woorden van Jezus aan Nicodemus: Alleen wie opnieuw geboren wordt, kan het koninkrijk van God zien. Het kruis is dan weer het symbool van de overgang van Christus’ leven op aarde naar zijn leven bij de Vader en in iedere christen.
Mestkever met een kruis
Op de genoemde tentoonstelling in Namen zijn overigens ook de 3 scarabeeën te zien die Fabre enkele jaren geleden maakte. De mestkever werd in het Oude Egypte vergoddelijkt. Een van hen draagt een kruis op de rug. Een andere een staf. De derde een laurierboom.
Deze beelden staan opgesteld in de kerk van Saint-Loup, een betekenisvolle locatie.
De Egyptische god – een mestkever, godbetert – gaat een dialoog aan met de christelijke, die aan het kruis stierf. Allebei in zeker opzicht beklagenswaardige goden.
Maar ze bezitten wel de kracht om de wereld rondom hen te vernieuwen en vruchtbaar te maken. Fabre steekt alleszins zijn bewondering voor de mestkever niet weg: Ik zou ook wel zo perfect willen kunnen modelleren als de scarabee doet met zijn mestballetjes.